Zonder kleinen geen groten

geplaatst: 11 december 1996

Jan Koopmans

Harde werkers verdienen beter

Apetrots en glunderend van vreugde stond hij daar. De oude, rimpelige werknemer van het bedrijf, hij ging met pensioen. Op zijn gezicht waren nog de sporen te zien van het harde bestaan dat hij heeft gehad. Nooit heeft hij tijdens zijn lange loopbaan geklaagd, steeds heeft hij zijn werk met volle overgave gedaan. Met zijn hamertje en vijltje heeft hij de meest fantastische producten voor zijn baas gemaakt. Steeds waren zijn superieuren gelukkig met zijn prestaties. Niet dat ze dat aan hem lieten merken. Nee, je moet werknemers niet te veel complimenteren, ze zouden wel eens om opslag kunnen gaan vragen. 
Nu stond hij daar dan. De kantine van het bedrijf was speciaal voor hem met slingers versierd. Op het met pallets gebouwde podium stond een katheder, want de directeur zou zelf ook komen. Zijn collega's namen alvast een slokje, want de drank was die dag gratis. Een beetje onwennig en vergezeld van zijn echtgenote, lachte hij naar de jongens waarmee hij jarenlang zo prettig had samengewerkt. Ssst. klonk het door de kantine, de directeur kwam binnen. De man betrad het podium en keek de zaal in, aha, daar zat zijn scheidende werknemer. Nadat de directeur nog snel even op het briefje had gelezen wat de man's naam was, begon hij een lang verhaal. 
Uiteraard werd eerst verteld hoe geweldig de werknemer altijd had gewerkt. Daarna volgde een uitgebreid verslag van de toekomst verwachtingen voor dit geweldige bedrijf. Toen de man was uitgesproken klonk een hard applaus, want hij had het zo mooi gezegd. De werknemer, die blijkens het zojuist vertelde verhaal, enorm aan het succes van het bedrijf had bijgedragen, kreeg een echt gouden vulpen. Trots toonde de ontvanger het prachtige cadeau aan zijn collega's. Nadat de directeur het teken had gegeven, barstte het feest in de kantine los. De gehuldigde, want zo kun je hem wel noemen, wilde de directeur nog bedanken, maar deze was reeds door de zijdeur vertrokken. Tja, de zaken gaan door. 
Nog een paar jaar heeft de man zijn vijltje en hamertje kunnen gebruiken, om speelgoed voor zijn kleinkinderen te maken.
Toen stond een handjevol mensen rouwend om zijn graf, het was zo'n fijne vent. Nee de directeur was er niet, die had het veel te druk. Toch zal ook voor de directeur eens de tijd komen. Natuurlijk niet in de kantine, nee zeg. Als hij er mee moet stoppen gaat dat op een manier die past bij heren van niveau. Ook een toespraak, dat wel, maar dan met veel moeilijke woorden die de werkelijke betekenis van een gebeurtenis moeten verdoezelen. 
Veel belangrijke zakenvrinden (in die wereld ontbreekt de e) komen hun zegje doen. De gouden vulpen is vervangen door een gouden handdruk, want je moet als directielid toch ook best wat inleveren. Hij maakt dan geen speelgoed voor kleinkinderen, nee, hij koopt het. Want nooit heeft hij een vijltje of een hamertje vastgehouden, daar had hij personeel voor. Maar zonder hamertjes en vijltjes zou er geen product de fabriek ooit hebben verlaten. Zonder de kleine man zal er nooit een 'grootte' zijn! 
Maar het bosje fresia `s op het graf van de 'kleine man' is er met meer eerbied neergelegd dan de pompeuze laurenskrans namens de vereniging van aandeelhouders.

Jan