Ik moet een verdieping hoger

geplaatst: 2 april 1997

Jan Koopmans

Liften brengen u tot rust

In mijn vorige leven, een kwart eeuw was ik werkzaam in de liften. U weet wel, dat zijn die dingen waarmee je naar hogere sferen gebracht kan worden. Ooit gebeurde mij het volgende. Op een mooie zonnige dag was ik ergens in het centrum van een hele grote stad hier in de buurt, een defecte lift in een Chinees restaurant aan het reparen. Op een totaal ongewenst moment kreeg ik een spoedoproep. Er zit iemand vast in de lift van het bejaardentehuis 'De laatste snik' (naam verzonnen). Zwaar de pest in pakte ik mijn metertjes en ander gereedschap in en rende naar mijn gereedstaande dienstbolide. Het was kwart over vijf, dus lekker gezellig op de weg met al die arbeidstoeristen in hun gekleurde japanners. Ik moest naar de andere kant van de stad, dus dat wordt wat.
Met een agressieve blik in mijn ogen en de nijging een hap uit het stuurwiel te nemen, voegde ik me tussen al die anti carpool freaken. Twee meter rijden, stoplichtje, stukkie terug en weer drie meter vooruit tot het volgende stoplicht, het ging lekker. Je weet als liftmonteur dat het weinig kwaad kan om een poosje in een lift 'vast' te zitten, maar toch probeer je zo snel als mogelijk het slachtoffer te helpen.
Dat dit in een grote stad middenin het spitsuur niet altijd wil lukken behoeft eigenlijk geen betoog. Toen ik ondertussen een uur onderweg was, ik had nog geen kilometer gereden, kwamen bij mij toch wat lichte irritaties bovendrijven. Mijn grootste angst was in dit soort gevallen altijd dat de brandweer er eerder zou zijn dan ik. Niet dat er een soort concurrentie strijd was, maar die jongens hebben een wat andere aanpak dan wij bij het bevrijden van opgeslotenen. Als ervaren monteur maak je een liftdeur met de toppen van je vingers open, geen probleem en geen schade. De brandweer begint vaak ogenblikkelijk met koevoeten en hydraulische plunjers de halve lift te mollen, en dat is niet leuk!
Maar ondertussen zat ik me nog steeds op te vreten achter het stuur van mijn stilstaande super turbo. Je vraagt je dan af hoeveel er in de lift zitten, zijn er kinderen bij, is het geen ernstig zieke? Het was een bejaarden tehuis, dus zal het wel een oudje zijn, bedacht ik, goed he? Gelukkig kon ik na een recordtijd van twee uren, eindelijk met mijn ontgrendelsleutel, zaklamp, schroevendraaier en punttang het getroffen gebouw betreden. De vierde verdieping monteur, riep de gefrustreerde overspannen receptionist me toe. Het duurde nog even voordat ik de deur open had, maar uiteindelijk kon het bejaarde vrouwtje uit stappen.
Tot mijn verbazing bleef ze echter netjes met haar breiwerkje op het in de lift geplaatste bankje zitten. Mevrouw, riep ik, u kunt er nu uit hoor! Oh, nee hoor antwoordde ze, ik moet nog een verdieping hoger zijn, en daar stap ik pas uit! Hoe ouder hoe gekker? Nee hoor, ze hebben gewoon meer geduld dan de huidige generatie, die klaagt al als ze een uurtje in de file staan. 

Jan