Ziek zijn

geplaatst: 14 mei 1997

Jan Koopmans

Terwijl ik dit schrijf, lig ik met hartproblemen in het Schieland ziekenhuis in Schiedam. 
Toch heeft alles zijn charme en ik wil u daarom graag een klein stukje van mijn verblijf alhier laten meebeleven. Het is wel een enge bedoening als je vanwege "motor" problemen op de intensive care aan een hele reeks draadjes en slangetjes wordt vast gekluisterd. Het is dan ook enorm belangrijk, dat je naast perfecte technieken die waken over je lichaam, je ook bij tijd en wijle de warme glimlach van een zuster of broeder mag verwelkomen. Ik neem altijd mijn petje af voor die mensen! 
Dag en nacht staan ze ondanks de enorme en idiote bezuinigingen voor je klaar! Niets is hun teveel en nergens deinzen ze voor terug. Natuurlijk gaat er wel eens wat mis, maar vaak zijn dat juist de leuke momenten. Toch is er ook tijd om te lachen, soms om de stomste dingen. Nadat ik de I.C. mocht verlaten kwam ik op de gewone afdeling terecht. Mijn kamergenoten waren boeren, ja echt. Ik heb waanzinnig veel over vlees en vis geleerd van die twee, ik eet vanaf nu geen vlees meer! 
Eén maal per dag moet er bloed worden afgetapt, dat wordt gedaan door speciaal opgeleidde vampiers. Nu ben ik nogal moeilijk te prikken en dus was het telkens weer een hoop geklooi om bij mij een adertje te vinden. Maar gelukkig was er een broeder die deze extra moeilijkheidsgraad een uitdaging vond. Ach, zo sprak hij dit is een makkie, even later zat mijn hele arm inclusief het beddengoed onder mijn mooie rode bloed. 
Ja, het was echt een makkie, alleen hoort het bloed eigenlijk in een glazen buisje. Maar gezellig is het wel, tenminste als je alles om je heen goed in je opneemt. Er lag ook een gepensioneerde antiquair, hij rookte antieke sigaren en zijn taalgebruik was minstens even oud en degelijk als een vaas uit het Ming tijdperk. Het enige moderne aan de man was zijn roestvrijstalen heup, een schat van een vent overigens. 
Ik heb lekkere peertjes voor je meegenomen, lekker opeten , dat is goed voor je, dit laatste hoor je regelmatig door het bezoek zeggen. Normaal eet je nooit dergelijke dingen. Op mijn afdeling lag een visboer, leuke man, maar een verstokte vrijgezel. Door het ontbreken van huwelijkse plichten heeft hij zijn hele leven kunnen instellen op humor en vertier en ondertussen lachten wij de infuusnaald uit onze armen! 
Ik mag hier nog een poosje blijven want ik krijg nog een operatie ook! Nou dat wordt vast weer lachen, gieren en brullen. Wat lijkt me dat heavy! En dan die verveling en verhalen! Dat schrijven doe ik tijdelijk met een pennetje, dat valt om de drommel niet mee, want ik ben gewend aan een computer toetsenbord. Gelukkig tikt mijn trouwe echtgenote het thuis uit op zo'n ding over, want mijn handschrift is van dien aard, dat niemand, behalve gepensioneerde postbodes, het kunnen lezen. Maar als ik op deze manier u toch nog van mijn wekelijks epistel kan blijven voorzien, geeft me dat kracht genoeg om hier tussen de broeders en zusters, weer voldoende energie op te doen voor een perfecte genezing. Alle verpleegkundigen in Nederland verdienen een grote pluim, vooral de zusters!

Jan