Roestbak in de ruimte

geplaatst: 27 augustus 1997

Jan Koopmans

Wat is er toch weer veel gebeurd rond de aarde. Zo’n vijf miljoen kilometer hiervandaan rammelt een karretje over een planeet welke we ooit Mars hebben genoemd en net even buiten de aarde, ongeveer drie honderd zestig kilometer hier vandaan, hangt een ruimte station met allerlei kapotte onderdelen en een paar astronauten. Leuk natuurlijk, maar ondertussen hebben deze fenomenen, samen met de sterrenregen van een poosje geleden er wel voor gezorgd dat ik nu met een stijve nek door het leven moet. 
Mijn vrouw, normaal helemaal niet geïnteresseerd in het buitenaardse, heeft mij en de buren zo gek gekregen om laat op de avond de tuinverlichting te doven en vervolgens met van die heerlijke luie tuinstoelen achterover tussen de begonia’s te gaan liggen kijken naar het grote onbekende. Regelmatig zie je aan de duistere hemel satellieten voorbij komen, grote, kleine, snelle en trage. Toch wel leuk dat sommige mensen, ik ook dus, in deze razende wereld nog de tijd nemen om van de kleine dingen in het leven te genieten. 
De Mir, de roestbak waarvan de APK al lang is verlopen, die twaalf jaar geleden door de Russen het heelal in geslingerd is, kun je heel goed zien. Het ding schuift een aantal malen per dag, en dus ook in de avond, van oost naar west. Voor ons zijn de nauwkeurige coördinaten niet van belang, want wij zien hem vanaf de schoorsteen een blokje verder via de wilg van buurman Jansen langs de beukenboom van Flipse weer verdwijnen achter de sering van mevrouw Beukelear. En dat allemaal voor niks! 
En dan die vallende sterren! Liggen we met z’n allen als een gele peen, met de blik op oneindig, naar de duisternis te staren om een vallende meteoor te zien, want sterren vallen in de regel niet. Regelmatig ziet mijn rechter buurvrouw ze vliegen, maar als wij dan kijken zien we slechts de uitgewaaierde rook van die schelpenfabriek in de Botlek. Toen onlangs twee Russen, ter aflossing van de oude bemanning van het ruimte station, werden gelanceerd, kon je met eigen ogen zien hoe het ruimte schip achter de Mir aanvloog. Je zag dan de Mir als een heldere stip voorbijtrekken en kort daarachter een slap lampje wat de ruimte pendel moest voorstellen. Enkelen onder ons meenden zelfs de kapotte zonnecellen waar te nemen, ik vind dit schromelijk overdreven. 
Maar die vallende ‘sterren’, wat een verhalen en wat een wensen! Ja, je mag een wens doen als je een ster ziet vallen! Ik was de enige die een berg geld wenste, de anderen wilden gezondheid, nou dat is toch stom? Gezondheid kun je wel in Dijkzigt krijgen. Gelukkig zullen er nog veel satellieten en vallende sterren door het luchtruim suizen, en als we nog even wachten dan kunnen we straks ook naar het nieuwe Europese ruimte station kijken. Alleen jammer dat het grootste deel van de menselijke kennis straks buiten de dampkring bengeld, want op de aarde zelf is nog zoveel kennis nodig, al was het maar om een klein probleempje met het broeikas effect op te lossen of de crisis in het midden oosten tot een goed einde te brengen, maar ja, daar heb je ècht hersens voor nodig en die hebben ze de ruimte in geschoten! 
Maar gelukkig kunnen we nu wel gedachteloos naar deze menselijke hoogstandjes kijken, tenminste als de hemel niet vervuilt raakt met de resultaten van onze geweldige, zelf uitgedachte industrie.

Jan