Snoezelkamer op wielen
Dat heb ik weer. We hebben
onze kinderen toch redelijk fatsoenlijk opgevoed, we hebben ze naar school
gestuurd, eten gegeven en een beetje wegwijs gemaakt in de, grillige
maatschappij van vandaag de dag. Komt er plotseling van een van de kinderen de
mededeling dat hij, zodra hij het rijbewijs heeft, een Lelijke Eend wil
aanschaffen. Voor de jongeren onder u; dat was een bijnaam voor een kruising
tussen een beschuitbus en een rolschaats. Een Eend! Waar haalt hij die
krankzinnige gedachte vandaan? De meeste jongeren ‘kicken’ op een toffe
Astra een ‘gerse’ Golf of een ‘dikke’ Mercedes, maar wij hebben er weer
een die een ‘Eend’ wil, waar heb ik het aan verdiend!
Ooit, heel lang geleden, heb ik ook zo’n ‘snoezelkamer op wielen’ in mijn
bezit gehad. Het was destijds belangrijk de weersverwachtingen goed te volgen,
want als er een wind uit het westen waaide, dan kon je beter geen reisje in die
richting beginnen met je eend, want bij een zacht briesje tegenwind viel het
vehikel toch al snel terug op een maximale snelheid van ongeveer dertig
kilometer per uur. Ook het parkeren moest je uiterst behoedzaam doen, nooit op
een winderige hoek en zeker niet op een hoger gelegen rijweg.
Een oude kennis van mij heeft jaren geleden eens zijn wagentje geparkeerd op de
hoek van de Rotterdamsedijk en de Broersvest in Schiedam, het is een ramp
geworden. Er stak en wind op (waarom steken winden eigenlijk altijd op?), het
karretje begon wat te wiebelen, en vervolgens waaide het linker voorportier de
Lange haven in, de motorkap begon een solovlucht over de nieuwe waterweg en het
linnen dakkie donderde bij Pieter van Vollenhove zijn ouders in de tuin, die er
nog jaren goede zaken mee hebben gedaan. Na twee dagen dreggen hebben we
uiteindelijk de voordeur weer kunnen ‘redden’ maar met de motorkap en het
linnen kleinood is het nooit meer goed gekomen.
Het starten van het voertuig is al een belevenis op zichzelf. Draai je de
sleutel om dan gebeurd er helemaal niets! Nee, je moet nog aan een knopje
trekken om de startmotor te starten. Maar je geduld wordt dan ook beloond met
het magische ‘Franse slag’ geluid dat de gelijkenis heeft met het geluid van
een cirkelzaag. In plaats van een normaal versnellingspookje bezit de Eend een
soort van tapkruk. Heb je geluk dan rijd je weg van de parkeerplaats in de
eerste versnelling, maar meestal ‘zit’ hij ergens vast tussen de derde en de
vierde. Als je met het ‘autootje’ de bocht een beetje snel naar rechts neemt
dan kun je met je tong door het raampje de stoeprand schoonlikken. Dat raampje
was trouwens ergernis nummer één bij het mormel, bij elke bocht flikkerde het
ding dicht en dan kon je weer met je hand naar buiten om het glaasje weer in het
‘piefje’ vast te krijgen.
Maar, zo zeggen liefhebbers, het karretje heeft toch heel erg lang het
straatbeeld bepaald, dus hij zal toch wel goed zijn geweest. Persoonlijk heb ik
de mening dat het wel erg lang heeft geduurd voordat de mensen
verstandig werden en het ding uit de handel haalden.
Jan