Elektronica aan de waterkant
Je hebt van die mensen die op
z’n tijd wel eens even weg willen uit de dagelijkse sleur, even lekker
ontspannen aan de kant van het water. Vissen, u kent dat wel, hengeltje, netje,
bakkie voer en hup je zit gebeiteld aan het water. Zelf behoor ik tot de
categorie van vissers die genoeg hebben aan een werphengeltje met een bal
roggebrood met stroop als aas, maar ik begin een uitzondering te worden!
De huidige visser gaat niet over een nacht ijs, nee ze hebben de laatste hi-tech
meegebracht en zijn volledig geschoold voordat ze hun ultramoderne uitrusting
aan de waterkant parkeren. Thuis hebben ze op een stafkaart van het leger al
gekeken waar het water van hun voorkeur ligt. Als ze dan aankomen bij de sloot
of het kanaal, dan begint het protocol ceremonie, het uitladen van de kofferbak
van hun voertuig. Natuurlijk hebben ze een ultralight tent bij zich met
ingebouwde verlichting en dat terwijl nachtvissen niet meer mag! Hun zetel,
bestaande uit een uitklapbare opbergkoffer met een kalfsleren deksel, krijgt een
strategie’s plekje haaks op het water. Het is vermakelijk om te zien hoe
sommigen dan watermonsters nemen en deze met de meegebrachte Laptopcomputer gaan
analyseren om de zuurgraad vast te stellen om hun meegebrachte aas soorten op af
te stellen, zodat de vissen geen maagzuur krijgen van hun hartige hapje.
Censoren en zoemers maken de visser er op attent wanneer een of andere
ongelukkige karper of stekelbaas het heeft gewaagt om aan het haakje van
Superman te ruiken. Je ziet de visser in kwestie dan gespannen naar het water
kijken en vervolgens tikt hij op een apparaatje om te kijken hoe strak de molen
van zijn hengel moet worden afgesteld alvorens hij een klap aan het hele zooitje
kan geven.
Terwijl ik dan mijn zesde vis boven water heb getakeld, zie je ze in paniek heen
en weer rennen, andere vissers komen reeds met een overdreven groot schepnet aan
rennen. Eindelijk heeft de techniek de visser toestemming gegeven om ‘te
slaan’ , met verve haalt hij uit en vaak zie je dan met een curve als van een
UFO een stekelbaarsje in de richting van het nabij gelegen voetbalveld
slingeren. Na het derde stekelbaarsje beginnen de hi-tech vissers met hun sonar
en radar installatie’s opnieuw berekeningen te maken, want volgens hun
computergegevens hadden ze minstens elke minuut een karper of snoek moeten
vangen. Maar dan zie je ineens echt paniek bij de professionele waterkanters, de
berekeningen adviseren levend aas, en dat mag niet meer van de minister!
Gelukkig is er nog een tweede keus mogelijkheid in hun PC aanwezig; een balletje
roggebrood. Ik zit meestal met rogge of een stukkie brood te vissen, dat gaat
altijd prima, maar het schijnt walgelijk ouderwets te zijn! Het visgaren dat
sommigen gebruiken is per strekkende meter duurder dan mijn hele rol van honderd
meter, maar de vissen die ik vang vallen niet op luxe. Ik vis graag, in een
singeltje of zomaar een slootje, lekker relaxt en geen last van ingewikkelde
dingen of echtgenotes die aan je oren zeuren.
Trouwens als ik eens een keer niets vang is het me ook best, ik ging toch voor
de rust? En als ik er genoeg van heb klap ik m’n stoeltje dicht, pak mijn
hengels in mijn rechterhand en het stoeltje en mijn kleine viskoffer in mijn
linker hand en wandel lekker naar huis. In gedachten zie ik dan superman zijn
installatie ontmantelen en met zijn autootje huiswaarts scheuren om uit te
rusten van het vele werk!
Want van vissen word je TEGENWOORDIG behoorlijk moe!
Jan