Elektronica aan de waterkant

geplaatst: 9 september 1998

Jan Koopmans

Je hebt van die mensen die op z’n tijd wel eens even weg willen uit de dagelijkse sleur, even lekker ontspannen aan de kant van het water. Vissen, u kent dat wel, hengeltje, netje, bakkie voer en hup je zit gebeiteld aan het water. Zelf behoor ik tot de categorie van vissers die genoeg hebben aan een werphengeltje met een bal roggebrood met stroop als aas, maar ik begin een uitzondering te worden! 
De huidige visser gaat niet over een nacht ijs, nee ze hebben de laatste hi-tech meegebracht en zijn volledig geschoold voordat ze hun ultramoderne uitrusting aan de waterkant parkeren. Thuis hebben ze op een stafkaart van het leger al gekeken waar het water van hun voorkeur ligt. Als ze dan aankomen bij de sloot of het kanaal, dan begint het protocol ceremonie, het uitladen van de kofferbak van hun voertuig. Natuurlijk hebben ze een ultralight tent bij zich met ingebouwde verlichting en dat terwijl nachtvissen niet meer mag! Hun zetel, bestaande uit een uitklapbare opbergkoffer met een kalfsleren deksel, krijgt een strategie’s plekje haaks op het water. Het is vermakelijk om te zien hoe sommigen dan watermonsters nemen en deze met de meegebrachte Laptopcomputer gaan analyseren om de zuurgraad vast te stellen om hun meegebrachte aas soorten op af te stellen, zodat de vissen geen maagzuur krijgen van hun hartige hapje. Censoren en zoemers maken de visser er op attent wanneer een of andere ongelukkige karper of stekelbaas het heeft gewaagt om aan het haakje van Superman te ruiken. Je ziet de visser in kwestie dan gespannen naar het water kijken en vervolgens tikt hij op een apparaatje om te kijken hoe strak de molen van zijn hengel moet worden afgesteld alvorens hij een klap aan het hele zooitje kan geven. 
Terwijl ik dan mijn zesde vis boven water heb getakeld, zie je ze in paniek heen en weer rennen, andere vissers komen reeds met een overdreven groot schepnet aan rennen. Eindelijk heeft de techniek de visser toestemming gegeven om ‘te slaan’ , met verve haalt hij uit en vaak zie je dan met een curve als van een UFO een stekelbaarsje in de richting van het nabij gelegen voetbalveld slingeren. Na het derde stekelbaarsje beginnen de hi-tech vissers met hun sonar en radar installatie’s opnieuw berekeningen te maken, want volgens hun computergegevens hadden ze minstens elke minuut een karper of snoek moeten vangen. Maar dan zie je ineens echt paniek bij de professionele waterkanters, de berekeningen adviseren levend aas, en dat mag niet meer van de minister! 
Gelukkig is er nog een tweede keus mogelijkheid in hun PC aanwezig; een balletje roggebrood. Ik zit meestal met rogge of een stukkie brood te vissen, dat gaat altijd prima, maar het schijnt walgelijk ouderwets te zijn! Het visgaren dat sommigen gebruiken is per strekkende meter duurder dan mijn hele rol van honderd meter, maar de vissen die ik vang vallen niet op luxe. Ik vis graag, in een singeltje of zomaar een slootje, lekker relaxt en geen last van ingewikkelde dingen of echtgenotes die aan je oren zeuren. 
Trouwens als ik eens een keer niets vang is het me ook best, ik ging toch voor de rust? En als ik er genoeg van heb klap ik m’n stoeltje dicht, pak mijn hengels in mijn rechterhand en het stoeltje en mijn kleine viskoffer in mijn linker hand en wandel lekker naar huis. In gedachten zie ik dan superman zijn installatie ontmantelen en met zijn autootje huiswaarts scheuren om uit te rusten van het vele werk! 
Want van vissen word je TEGENWOORDIG behoorlijk moe!

Jan