Sinterklaas
Ondertussen weet u van mij, nu
ik als columnist mijn derde sinterklaas column maak, dat ik het niet zo heb op
die man. Toch komen wij er ook niet helemaal onderuit. Zo moest ik terug denken
aan die keer dat mijn ouwe grootvader voor sinterklaas ging spelen. Het was de
bedoeling dat de goede man zich op de dag des oordeels zou uitgeven voor een
goedheilige en dat terwijl hij anders hartstikke ongelovig was.
Weken van te voren had mijn opoe al de bijbehorende kledingstukken bij een
verhuurbedrijf gereserveerd. Eindelijk was het zover, opa kon zich gaan
optuigen. Natuurlijk moest opa eerst nog even in bad, want een stinkende Klaas
kan natuurlijk niet. In het dagelijkse leven was opa boer, dus het was nog een
heel werk de gier en mest lucht van hem af te krijgen.
Uiteindelijk kon hij met behulp van vele hulpvaardige handen beginnen met het
aantrekken van de onderkleding, bestaande uit een soort Griekse lijkwade met
strikkies. Zijn gezicht moest er ook aan geloven, veel poeder en andere schmink
moesten zijn door weer en wind geteisterde huid omtoveren tot een roze huid,
zoals dat bij een vrome bisschop nu eenmaal het geval is omdat ze normaal
gesproken slechts buiten komen tijdens een processie. Op de plaats waar baard en
snor moesten komen werd met alcohol de boel een beetje schoongemaakt zodat deze
attributen er op geplakt konden worden. Het moet wel goed vastzitten natuurlijk.
Eén van de hulpvaardige kinderen had nog wel ergens een sterk soort lijm en dat
werkte uitstekend. De mijter, dat is die enorme puntmuts met een kruis erop,
moest ook goed vast komen te zitten dus bedacht men dat er maar een koortje
onder de kin van opa door moest komen, de baard onttrok het toch aan het
gezicht. Toen hij volledig was opgetuigd kon de reis naar de kleinkinderen
beginnen. Het geheel, zo’n sint Nicolaas is toch nog vrij hoog, paste niet
helemaal in de auto die opa zou brengen. De sint moest dan maar met het hoofd
uit het raampje gaan zitten, maar dat beviel na een paar honderd meter ook al
niet. Uiteindelijk kon opa kiezen; of geheel achterover met de stoelleuning
zodat zijn gezicht naar het dak wees, of juist voorover zodat opa als een
volleerd yoga beoefenaar, met zijn tong de schoenen kon schoonlikken.
Nadat beide optie’s waren bekeken en uitgeprobeerd, slaakte de nepsint een
enorme gil uit. Verschrikt keken wij de heiligman aan. Wat is er? Vroegen wij in
koor. Kermend wees opa met een beetje vreemde beweging naar zijn rug. Jakkes,
zei een tante, het zal toch geen spit zijn? We hebben voorzichtig opa uit de
wagen gehaald en de dokter gebeld. De heiligman hebben we toen maar zolang op de
stoep gelegd. Voorbij lopende kinderen hebben waarschijnlijk hun hele leven een
trauma overgehouden aan de beelden van een liggende Klaas. Op verzoek van de
dokter kwam er toen een ambulance. De broeders hadden als melding gekregen dat
er een sinterklaas onwel was geworden en waren met gezwinde spoed naar de plaats
des onheil gegaan. Het gaf nog een heel gedonder, want terwijl de ambulance
broeders het bijna in de broek deden van het lachen, had de dokter geconstateerd
dat het inderdaad spit was en dat sint in horizontale houding moest worden
vervoerd naar het ziekenhuis.
Op de brancard gaf dat enorme problemen want de mijter kon niet af, en ook snor
en baard zaten onlosmakelijk verbonden met opa. Maar met een dubbel geklapte
puntmuts en een infuusnaaldje in de heilige arm, kon het transport naar het
ziekenhuis toch plaatsvinden. Na een paar weken therapie en veel pijnstillers,
kon opa geheel ontmanteld weer naar huis, de kleinkinderen hebben dat jaar de
pakjes maar via een zwartgeschminkte buurvrouw ontvangen. Het blijft altijd
link, zo’n sinterklaas avond!
Jan