Sinterklaas

geplaatst: 18 november 1998

Jan Koopmans

Ondertussen weet u van mij, nu ik als columnist mijn derde sinterklaas column maak, dat ik het niet zo heb op die man. Toch komen wij er ook niet helemaal onderuit. Zo moest ik terug denken aan die keer dat mijn ouwe grootvader voor sinterklaas ging spelen. Het was de bedoeling dat de goede man zich op de dag des oordeels zou uitgeven voor een goedheilige en dat terwijl hij anders hartstikke ongelovig was. 
Weken van te voren had mijn opoe al de bijbehorende kledingstukken bij een verhuurbedrijf gereserveerd. Eindelijk was het zover, opa kon zich gaan optuigen. Natuurlijk moest opa eerst nog even in bad, want een stinkende Klaas kan natuurlijk niet. In het dagelijkse leven was opa boer, dus het was nog een heel werk de gier en mest lucht van hem af te krijgen. 
Uiteindelijk kon hij met behulp van vele hulpvaardige handen beginnen met het aantrekken van de onderkleding, bestaande uit een soort Griekse lijkwade met strikkies. Zijn gezicht moest er ook aan geloven, veel poeder en andere schmink moesten zijn door weer en wind geteisterde huid omtoveren tot een roze huid, zoals dat bij een vrome bisschop nu eenmaal het geval is omdat ze normaal gesproken slechts buiten komen tijdens een processie. Op de plaats waar baard en snor moesten komen werd met alcohol de boel een beetje schoongemaakt zodat deze attributen er op geplakt konden worden. Het moet wel goed vastzitten natuurlijk. Eén van de hulpvaardige kinderen had nog wel ergens een sterk soort lijm en dat werkte uitstekend. De mijter, dat is die enorme puntmuts met een kruis erop, moest ook goed vast komen te zitten dus bedacht men dat er maar een koortje onder de kin van opa door moest komen, de baard onttrok het toch aan het gezicht. Toen hij volledig was opgetuigd kon de reis naar de kleinkinderen beginnen. Het geheel, zo’n sint Nicolaas is toch nog vrij hoog, paste niet helemaal in de auto die opa zou brengen. De sint moest dan maar met het hoofd uit het raampje gaan zitten, maar dat beviel na een paar honderd meter ook al niet. Uiteindelijk kon opa kiezen; of geheel achterover met de stoelleuning zodat zijn gezicht naar het dak wees, of juist voorover zodat opa als een volleerd yoga beoefenaar, met zijn tong de schoenen kon schoonlikken. 
Nadat beide optie’s waren bekeken en uitgeprobeerd, slaakte de nepsint een enorme gil uit. Verschrikt keken wij de heiligman aan. Wat is er? Vroegen wij in koor. Kermend wees opa met een beetje vreemde beweging naar zijn rug. Jakkes, zei een tante, het zal toch geen spit zijn? We hebben voorzichtig opa uit de wagen gehaald en de dokter gebeld. De heiligman hebben we toen maar zolang op de stoep gelegd. Voorbij lopende kinderen hebben waarschijnlijk hun hele leven een trauma overgehouden aan de beelden van een liggende Klaas. Op verzoek van de dokter kwam er toen een ambulance. De broeders hadden als melding gekregen dat er een sinterklaas onwel was geworden en waren met gezwinde spoed naar de plaats des onheil gegaan. Het gaf nog een heel gedonder, want terwijl de ambulance broeders het bijna in de broek deden van het lachen, had de dokter geconstateerd dat het inderdaad spit was en dat sint in horizontale houding moest worden vervoerd naar het ziekenhuis. 
Op de brancard gaf dat enorme problemen want de mijter kon niet af, en ook snor en baard zaten onlosmakelijk verbonden met opa. Maar met een dubbel geklapte puntmuts en een infuusnaaldje in de heilige arm, kon het transport naar het ziekenhuis toch plaatsvinden. Na een paar weken therapie en veel pijnstillers, kon opa geheel ontmanteld weer naar huis, de kleinkinderen hebben dat jaar de pakjes maar via een zwartgeschminkte buurvrouw ontvangen. Het blijft altijd link, zo’n sinterklaas avond!

Jan