Terug in de tijd
Zo, met het grootste probleem
van de eeuw voor de deur, is het best wel leuk om eens terug te bladeren door je
eigen leven. Want we kunnen er niet omheen, ook ik ben geboren! Als je dan kijkt
naar de dingen die er nu zijn en er nog niet waren op het moment dat mijn moeder
onder het genot van hete handdoeken en natte kompressen, van wol, mij op de
wereld kwakte, dan schrik je er van. Natuurlijk kan ik me niets meer herinneren
van de rieten wieg waar ik in werd opgeborgen met een gummi eendje, dat piepte
als je er op ging liggen, maar van wat latere tijdstippen kan ik me nog veel
voor de ogen toveren.
Zo weet ik dat ik ooit een houten racewagen kreeg, alles was sterk en puur
hardhout uit de Veluwe, de assen waren van echt ijzer en onbreekbaar. Weer wat
later mocht ik naar school, dat was lachen zeg. Eerst, ja heus, moesten we met
een griffel schrijven, op een soort leien dakpan, kun je na gaan hoe oud ik al
weer ben! Natuurlijk liepen dorpen iets achter bij de steden, dus toen we naar
Rotterdam verhuisden, mocht ik daar op school al met de kroontjespen kliederen.
In die tijd hadden we ook een meisje in de klas zitten wiens ouders een
televisietoestel hadden. Ze had ons verteld dat we voor een stuiver op
woensdagmiddag best wel bij haar mochten kijken naar het kinderprogramma. Wat
een wereld, zomaar naar dit zevende wereldwonder kijken, en dan voor zo’n
klein bedrag! Ik heb heel wat woensdagen doorgebracht in de huiskamer van deze
wildvreemde mensen, kijkend naar professor Plano en de Verrekijker, want dat
waren de programma’s waar je de deur voor uit ging, kreeg je ook nog een glas
limonade, want dat zat in de prijs inbegrepen!
Wat een tijd en wat een techniek! Het was een mooie tijd, zonder
afstandsbedieningen en het woord ‘zappen’ in de dikke van Dale, maar mét
het geluid van heimachines en fluitende stoomtreinen die van de Botlek naar
Oldenzaal tuften om het ook daar in de olie te zetten. Een gouden tijd, de tram
kon nog twee kanten oprijden, en van een Metro hadden ze alleen in Engeland en
Frankrijk gehoord. Het Moordenaartje, de beruchte stoomtram, reed nog nostalgies
over de gietijzeren brug van Hoogvliet naar Spijkenisse. De Euromast kwam
langzaam tevoorschijn en Hoogvliet kreeg eindelijk meer inwoners, wat een
tijd!
Er waren nog geen groot stedelijke plannen, ben je gek, er werd gewoon gebouwd
waar nog ruimte was! Verkeersproblemen waren er ook veel minder, je mocht net zo
hard rijden als je wilde, dus je was ook veel eerder weer van de weg verdwenen.
En je zette je wagen gewoon voor de deur neer, gratis, want de parkeermeter is
pas later door een overbodige ambtenaar uitgevonden. Dat waren nog eens
tijden!
Gelukkig gaat het nu allemaal heel anders, veel moderner, we wachten nu allemaal
netjes in de rij tot we over de hypermoderne Spijkenissebrug mogen, want werken
en wonen mag niet meer in een en de zelfde plaats.
Want ook dat is nostalgie, uit de tijd dat er in een straat alleen nog maar een
auto stond voor de deur van een televisie bezitter.
Jan