Terug in de tijd

geplaatst: 23 december 1998

Jan Koopmans

Zo, met het grootste probleem van de eeuw voor de deur, is het best wel leuk om eens terug te bladeren door je eigen leven. Want we kunnen er niet omheen, ook ik ben geboren! Als je dan kijkt naar de dingen die er nu zijn en er nog niet waren op het moment dat mijn moeder onder het genot van hete handdoeken en natte kompressen, van wol, mij op de wereld kwakte, dan schrik je er van. Natuurlijk kan ik me niets meer herinneren van de rieten wieg waar ik in werd opgeborgen met een gummi eendje, dat piepte als je er op ging liggen, maar van wat latere tijdstippen kan ik me nog veel voor de ogen toveren. 
Zo weet ik dat ik ooit een houten racewagen kreeg, alles was sterk en puur hardhout uit de Veluwe, de assen waren van echt ijzer en onbreekbaar. Weer wat later mocht ik naar school, dat was lachen zeg. Eerst, ja heus, moesten we met een griffel schrijven, op een soort leien dakpan, kun je na gaan hoe oud ik al weer ben! Natuurlijk liepen dorpen iets achter bij de steden, dus toen we naar Rotterdam verhuisden, mocht ik daar op school al met de kroontjespen kliederen. In die tijd hadden we ook een meisje in de klas zitten wiens ouders een televisietoestel hadden. Ze had ons verteld dat we voor een stuiver op woensdagmiddag best wel bij haar mochten kijken naar het kinderprogramma. Wat een wereld, zomaar naar dit zevende wereldwonder kijken, en dan voor zo’n klein bedrag! Ik heb heel wat woensdagen doorgebracht in de huiskamer van deze wildvreemde mensen, kijkend naar professor Plano en de Verrekijker, want dat waren de programma’s waar je de deur voor uit ging, kreeg je ook nog een glas limonade, want dat zat in de prijs inbegrepen! 
Wat een tijd en wat een techniek! Het was een mooie tijd, zonder afstandsbedieningen en het woord ‘zappen’ in de dikke van Dale, maar mét het geluid van heimachines en fluitende stoomtreinen die van de Botlek naar Oldenzaal tuften om het ook daar in de olie te zetten. Een gouden tijd, de tram kon nog twee kanten oprijden, en van een Metro hadden ze alleen in Engeland en Frankrijk gehoord. Het Moordenaartje, de beruchte stoomtram, reed nog nostalgies over de gietijzeren brug van Hoogvliet naar Spijkenisse. De Euromast kwam langzaam tevoorschijn en Hoogvliet kreeg eindelijk meer inwoners, wat een tijd! 
Er waren nog geen groot stedelijke plannen, ben je gek, er werd gewoon gebouwd waar nog ruimte was! Verkeersproblemen waren er ook veel minder, je mocht net zo hard rijden als je wilde, dus je was ook veel eerder weer van de weg verdwenen. En je zette je wagen gewoon voor de deur neer, gratis, want de parkeermeter is pas later door een overbodige ambtenaar uitgevonden. Dat waren nog eens tijden! 
Gelukkig gaat het nu allemaal heel anders, veel moderner, we wachten nu allemaal netjes in de rij tot we over de hypermoderne Spijkenissebrug mogen, want werken en wonen mag niet meer in een en de zelfde plaats. 
Want ook dat is nostalgie, uit de tijd dat er in een straat alleen nog maar een auto stond voor de deur van een televisie bezitter.

Jan