Alweer die pubers

geplaatst: 20 januari 1999

Jan Koopmans

Reeds eerder heb ik het gehad over pubers en alles daarom heen, het blijft me boeien. We hebben er verschillende in huis, dus stof zat. Een eigenschap van de meeste pubers is ook meestal dat ze vinden dat ze al uit deze pubertijd gegroeid zijn en dus tot de volwassenen behoren. 
Eén van onze ‘ex’ pubers heeft zo zijn eigen levensstijl  ontwikkeld, hij wil er altijd uitzien als een president directeur van een multinational concern, en aan de telefoon zet hij het stemgeluid op van een minister van economische zaken, u weet wel, Haagse bekaktheid met stijl. Hij leest natuurlijk een krant van niveau en heeft een eigen mobiele telefoon met faxmogelijkheden, want stel je voor dat het GAK hem eens nodig zou hebben! Ach, u zal wel denken, laat ze toch, ze leren het wel een keer. Dat zal ook best wel, maar toch... 
Onlangs bleek mijn echtgenote, door een foutje in de opstelling van het boodschappenbriefje, veel te veel eieren te hebben ingekocht bij de plaatselijke eierboer. Om dit probleem op korte termijn weer op te lossen, kregen alle gezinsleden de opdracht zoveel mogelijk van deze kippenvruchten te gaan nuttigen, om uitsterving door bederf, tegen te gaan. Iedereen haastte zich naar de keuken om een ei te bakken en, of te koken. 
Onze opperpuber wilde echter nog even wachten, hij had nog geen trek en was nog moe van het drukke zakenleven. Maar ook hij kreeg na een uurtje wel trek in een eitje, moet kunnen. Geheel onverwachts stelde hij ons een vraag waar we geen van allen mee weg konden. ‘Waar ligt de eierprikker?’ Nou ben ik na de oorlog heus wel buiten geweest, maar volgens mij gebruiken ze dergelijke kleinoden slechts in Hilton of gelijkgestemde onderkomens voor verveelde rijke stinkers. 
Na enige discussie over het wel of niet nodig hebben van een dergelijk huishoudelijk instrument, voor het dagelijkse ontbijt, besloot ons genie toch maar om langs confessionele weg het ei klaar te koken, hetgeen natuurlijk ook geheel mislukte. En wij moesten opmerkingen blijven maken, want ja, met zulke dingen moet je in ons gezin natuurlijk niet teveel aankomen. Hij kreeg de schil er niet goed af, want hij was vergeten dat hij het ei even had moeten laten ‘afkicken’. Hij bedoelde ‘schrikken’ maar omdat hij eerst het ei had willen prikken, leek ons afkicken na dat prikken, wel op z’n plaats, want ook een ei is verslaaft voor je het weet! 
Zo ziet u maar, ook ik heb het niet altijd gemakkelijk. Gelukkig heeft hij nu ook een baantje, dus leert hij ook de andere kant van het grote leven kennen, maar ik hoop dat hij nooit in de horeca gaan werken, want zonder eierprikker is hij nergens. 
En zo modderen we maar voort, de een kan nog geen ei koken, de ander geen band plakken, weer een ander kan niet stofzuigen en dan hebben we er nog een die z’n huiswerk niet wil maken omdat de leraar  het verkeert had uitgelegd. Gelukkig blijven de meeste pubers het niet zo lang.

Jan