Alweer die pubers
Reeds
eerder heb ik het gehad over pubers en alles daarom heen, het blijft me boeien.
We hebben er verschillende in huis, dus stof zat. Een eigenschap van de meeste
pubers is ook meestal dat ze vinden dat ze al uit deze pubertijd gegroeid zijn
en dus tot de volwassenen behoren.
Eén van onze ‘ex’ pubers heeft zo zijn eigen levensstijl
ontwikkeld, hij wil er altijd uitzien als een president directeur van een
multinational concern, en aan de telefoon zet hij het stemgeluid op van een
minister van economische zaken, u weet wel, Haagse bekaktheid
met stijl. Hij leest natuurlijk een krant van niveau en heeft een eigen
mobiele telefoon met faxmogelijkheden, want stel je voor dat het GAK hem eens
nodig zou hebben! Ach, u zal wel denken, laat ze toch, ze leren het wel een
keer. Dat zal ook best wel, maar toch...
Onlangs bleek mijn echtgenote, door een foutje in de opstelling van het
boodschappenbriefje, veel te veel eieren te hebben ingekocht bij de plaatselijke
eierboer. Om dit probleem op korte termijn weer op te lossen, kregen alle
gezinsleden de opdracht zoveel mogelijk van deze kippenvruchten te gaan
nuttigen, om uitsterving door bederf, tegen te gaan. Iedereen haastte zich naar
de keuken om een ei te bakken en, of te koken.
Onze opperpuber wilde echter nog even wachten, hij had nog geen trek en was nog
moe van het drukke zakenleven. Maar ook hij kreeg na een uurtje wel trek in een
eitje, moet kunnen. Geheel onverwachts stelde hij ons een vraag waar we geen van
allen mee weg konden. ‘Waar ligt de eierprikker?’ Nou ben ik na de oorlog
heus wel buiten geweest, maar volgens mij gebruiken ze dergelijke kleinoden
slechts in Hilton of gelijkgestemde onderkomens voor verveelde rijke
stinkers.
Na enige discussie over het wel of niet nodig hebben van een dergelijk
huishoudelijk instrument, voor het dagelijkse ontbijt, besloot ons genie toch
maar om langs confessionele weg het ei klaar te koken, hetgeen natuurlijk ook
geheel mislukte. En wij moesten opmerkingen blijven maken, want ja, met zulke
dingen moet je in ons gezin natuurlijk niet teveel aankomen. Hij kreeg de schil
er niet goed af, want hij was vergeten dat hij het ei even had moeten laten
‘afkicken’. Hij bedoelde ‘schrikken’ maar omdat hij eerst het ei had
willen prikken, leek ons afkicken na dat prikken, wel op z’n plaats, want ook
een ei is verslaaft voor je het weet!
Zo ziet u maar, ook ik heb het niet altijd gemakkelijk. Gelukkig heeft hij nu
ook een baantje, dus leert hij ook de andere kant van het grote leven kennen,
maar ik hoop dat hij nooit in de horeca gaan werken, want zonder eierprikker is
hij nergens.
En zo modderen we maar voort, de een kan nog geen ei koken, de ander geen band
plakken, weer een ander kan niet stofzuigen en dan hebben we er nog een die
z’n huiswerk niet wil maken omdat de leraar
het verkeert had uitgelegd. Gelukkig blijven de meeste pubers het niet zo
lang.
Jan