Ellende
Nou
mag ik ook wel eens klagen vindt ik. Niet dat ik het nou zo slecht heb hoor,
maar toch heb ik wel eens te maken met dingen die ik niet meer in de hand heb.
Wat dacht u bijvoorbeeld van je dagplanning? Ook u zal dat wel eens hebben,
vandaag doe ik dat en daarna dit. Nou ik heb dat natuurlijk ook.
Door mijn verschillende werkzaamheden, schrijven, afwassen, mijn echtgenote
helpen en mijn internetsite bijwerken, heb ik best een druk bestaan. Je maakt
dan mooie plannen, nou laat ze maar waaien. Dan komt het moment dat je, na enige
vingergymnastiek,
eindelijk plaats neemt achter je toetsenbord om de column van je leven te
schrijven. Je zat net met een beregoed onderwerp en slaat moeiteloos de eerste
letters op het scherm.
Ring, ring en nog eens ring, daar ging die stomme telefoon! M’n zus, ze wilde
weten wat de aardappels in Hoogvliet kosten, per kilo nog wel. Nadat ik met
gemaakt vriendelijke stem, want het is uiteindelijk je zus nietwaar, haar al na
vijf kwartier ‘kwijt’ was, ging ik verder met de lettertjes. Bij regel vier
ging de andere telefoon; hallo met mij, dit keer was het een kunstschilder die
graag meer wilde
weten over mij, nou dat was zo gepiept natuurlijk, ik kon al na drie
kwartier verder.
Nadat ik al behoorlijk aan het improviseren was om aan de 36 regels voor mijn
column te komen, stond er een buurjongetje aan de deur. Meneer, zo vroeg de
onverlaat, mijn bal is in uw tuin gevallen, kunt u hem even pakken? Natuurlijk
moest ik dat weer zelf doen want behalve de honden was er geen enkele ziel
aanwezig. Hijgend, de leeftijd gaat meespelen, kwam ik weer boven en besteeg
wederom mijn inmiddels versleten bureaustoel. Ik was inmiddels de draad kwijt en
moest derhalve opnieuw beginnen. Nou heb ik geen hekel aan schrijven, want iets
anders kan ik inmiddels toch niet meer, maar twee keer over het zelfde schrijven
is voor mij net zoiets als je tanden poetsen na het tanden poetsen.
Maar gelukkig had ik
nog een hele doos onderwerpen gereed liggen, dus dan maar over wat anders
vertellen. Beste lezer, ik ben niet verder gekomen dan halverwege de eerste zin!
Ik heb drie maal open moeten doen voor onverwachte visite, zes telefoontjes
moeten afwimpelen, twee maal koffie moeten zetten voor die onverwachte visite,
de glazenwasser moeten betalen met alle dubbeltjes en kwartjes die ik nog kon
vinden en vervolgens de kots van de hond op moeten ruimen omdat het beest weer
eens iets onduidelijks had gegeten.
Toen het uiteindelijk diep in de nacht was geworden had mijn echtgenote de
euvele moed om te zeggen dat ze het nu te laat vond om mij nog achter mijn
computer te laten schrijven. Het is daarom dat ik van menig ben dat schrijvers
van columns heel veel medeleven horen te hebben. Ik weet best wel dat u nu niet
gelijk de redactie gaat vertellen dat u mij zielig vindt, maar een klein beetje
meegevoel mag toch best wel hoor. In ieder geval zal ik proberen de volgende
week weer over iets leuks te schrijven.
Jan