Ellende

geplaatst: 12 mei 1999

Jan Koopmans

Nou mag ik ook wel eens klagen vindt ik. Niet dat ik het nou zo slecht heb hoor, maar toch heb ik wel eens te maken met dingen die ik niet meer in de hand heb. Wat dacht u bijvoorbeeld van je dagplanning? Ook u zal dat wel eens hebben, vandaag doe ik dat en daarna dit. Nou ik heb dat natuurlijk ook. 
Door mijn verschillende werkzaamheden, schrijven, afwassen, mijn echtgenote helpen en mijn internetsite bijwerken, heb ik best een druk bestaan. Je maakt dan mooie plannen, nou laat ze maar waaien. Dan komt het moment dat je, na enige vingergymnastiek, eindelijk plaats neemt achter je toetsenbord om de column van je leven te schrijven. Je zat net met een beregoed onderwerp en slaat moeiteloos de eerste letters op het scherm. 
Ring, ring en nog eens ring, daar ging die stomme telefoon! M’n zus, ze wilde weten wat de aardappels in Hoogvliet kosten, per kilo nog wel. Nadat ik met gemaakt vriendelijke stem, want het is uiteindelijk je zus nietwaar, haar al na vijf kwartier ‘kwijt’ was, ging ik verder met de lettertjes. Bij regel vier ging de andere telefoon; hallo met mij, dit keer was het een kunstschilder die graag meer wilde weten over mij, nou dat was zo gepiept natuurlijk, ik kon al na drie kwartier verder. 
Nadat ik al behoorlijk aan het improviseren was om aan de 36 regels voor mijn column te komen, stond er een buurjongetje aan de deur. Meneer, zo vroeg de onverlaat, mijn bal is in uw tuin gevallen, kunt u hem even pakken? Natuurlijk moest ik dat weer zelf doen want behalve de honden was er geen enkele ziel aanwezig. Hijgend, de leeftijd gaat meespelen, kwam ik weer boven en besteeg wederom mijn inmiddels versleten bureaustoel. Ik was inmiddels de draad kwijt en moest derhalve opnieuw beginnen. Nou heb ik geen hekel aan schrijven, want iets anders kan ik inmiddels toch niet meer, maar twee keer over het zelfde schrijven is voor mij net zoiets als je tanden poetsen na het tanden poetsen. 
Maar gelukkig had ik  nog een hele doos onderwerpen gereed liggen, dus dan maar over wat anders vertellen. Beste lezer, ik ben niet verder gekomen dan halverwege de eerste zin! Ik heb drie maal open moeten doen voor onverwachte visite, zes telefoontjes moeten afwimpelen, twee maal koffie moeten zetten voor die onverwachte visite, de glazenwasser moeten betalen met alle dubbeltjes en kwartjes die ik nog kon vinden en vervolgens de kots van de hond op moeten ruimen omdat het beest weer eens iets onduidelijks had gegeten. 
Toen het uiteindelijk diep in de nacht was geworden had mijn echtgenote de euvele moed om te zeggen dat ze het nu te laat vond om mij nog achter mijn computer te laten schrijven. Het is daarom dat ik van menig ben dat schrijvers van columns heel veel medeleven horen te hebben. Ik weet best wel dat u nu niet gelijk de redactie gaat vertellen dat u mij zielig vindt, maar een klein beetje meegevoel mag toch best wel hoor. In ieder geval zal ik proberen de volgende week weer over iets leuks te schrijven.

Jan