Ome Jan bokst er tegen op

geplaatst: 26 mei 1999

Jan Koopmans

Ooit hebben we afgesproken wat wel en niet mag op deze woelige kluit aarde. Zo bestaan er mensen bij wie de reguliere hulpverlening slechts radeloos naar de telefoon kan grijpen om ze zo snel als mogelijk in het schavot te laten donderen. Zieleknijpers, want dat zijn het vaak, denken dat ze een crimineel met een diepgaand gesprek over het ontstaan van hun misstappen weer op het rechte spoor kunnen krijgen. Meestal valt de crimineel in slaap bij dergelijke sessies, en zal de hulpverlener zijn ‘klant’ als onbehandelbaar over geven aan een beheerder van een cellencomplex. 
Gelukkig zijn er ook mensen die de ‘ontspoorden’ begrijpen en ook op de juiste wijze kunnen benaderen. Ome Jan Schildkamp is er zo een. In Hoogvliet is er het project ‘Opboxen’, opgezet door Ome Jan en tot nu toe nog steeds met verve geleid door Ome Jan en zijn zoon. Ik heb een dagje mee mogen draaien in zijn school. Ik moest er vroeg voor uit bed, want Ome Jan houd van kriekende dagen. Omdat ik wel eens wilde weten hoe zijn werkwijze was, deed ik met alles mee, behalve natuurlijk de zware lichamelijke inspanningen, want die heb ik niet nodig. 
Tijdens een groepsgesprek, heel informeel en aangepast aan de stijl van de ontspoorden, bleken veel jongeren het belangrijker te vinden om elke week een paar nieuwe gympies van vier meier te kunnen kopen dan goed eten. Na dergelijke bijeenkomsten moeten de jongens dan hun agressie afreageren op een paar boksballen en elkaar, dit werkt prima. Het gaat te ver om alles wat er zich daar afspeelt te vertellen, maar ik kan u verzekeren dat Ome Jan meer voor elkaar krijgt dat de hele reguliere hulpverlening bij elkaar, hoewel er wel sprake is van een goede samenwerking tussen Ome Jan en die instellingen. 
Tijdens mijn bezoek was er juist een knaap aan het telefoneren met de sociale dienst, omdat hij nog steeds geen uitkering kreeg. Uit de krachttermen die hij uitte viel op te maken dat hij geen poen kreeg die week. Dan ga ik het Godv... wel jatten, schreeuwde hij in de hoorn. Ome Jan pakte de telefoon uit zijn hand en nam het gesprek over, toen kon ineens de medewerker aan de andere kant van de lijn beloven dat het er binnen een paar dagen wel was. Ik heb hier iets heel belangrijks uit geleerd, namelijk hoe snel je een crimineel weer terug in zijn milieu kunt gooien; maak het leven gewoon onmogelijk voor hem, en de rest komt vanzelf! 
Ome Jan is er altijd voor de knapen, hij doet niet aan liefdadigheid, maar helpt zoals het hoort, een zet in de goede richting, maar daarna wel zelf verder lopen. Zelf moet Ome Jan, het is te gek voor woorden, elk jaar maar weer afwachten of hij zijn nobele werk wel kan voortzetten, want steeds weer moeten zijn bestaansmiddelen uit een potje komen waarvan elke keer de bodem in zicht komt. 
Hoogvliet is blij met hem, natuurlijk, want wie kan anders dat tuig de baas? Trouwens tuig is niet de juiste benaming. Ik heb van Ome Jan geleerd dat er ook in ‘dat tuig’ een echt mens schuilt, met soms heel menslievende trekjes. Bij hem is niemand ooit echt afgeschreven, ieder mens is een mens. 
Ome Jan, die zelf in zijn leven het lang niet altijd gemakkelijk heeft gehad, verdient een pluim, maar dan wel een hele grote, want zonder mensen zoals hij, was de wereld allang naar de klote!

Jan