Troonrede
Het
gaat goed met Nederland, de koningin zei het zelf. Inmiddels een week geleden
was het prinsjesdag, waarom dat zo heet weet ik ook niet, maar het was er wel.
Beatrix, we mogen haar bij de voornaam noemen maar vaak mag je dat bij je baas
niet, vertelde precies wat er op haar briefje stond. Dat moet want de regering
heeft dat allemaal voor haar uitgezocht. Telkens weer hoor je dan doorschemeren
dat het enorm goed gaat met de economie en dat de koopkracht weer 1 procent
omhoog is gegaan en bla, bla, bla.
Dat zal wel, natuurlijk gaat het beter, maar gaat die vlieger op voor
iedereen?
Waarom is het dan zo druk bij de sociale diensten, en waarom zie je dan gezinnen
om je heen die nauwelijks de huur van hun toch al goedkope woning niet kunnen
betalen? Als er een landelijke actie wordt gehouden voor een goed doel, dan komt
er enorm veel geld binnen, de mensen die het graag horen willen roepen dan hoog
van de toren; zie je wel, het gaat goed in het land, de mensen kunnen meer
weggeven. Gelul natuurlijk, er zijn heel veel mensen die meer zijn gaan
verdienen en die meer kunnen besteden, maar er zijn ook waanzinnig veel mensen
die creperen, ook in dit land! Ze hebben de bek er van vol; ‘stille armoe’,
men doet net alsof het iets geheimzinnigs is dat slechts hier en daar voorkomt,
alweer gezwets, het komt veel vaker voor dan men de rijkeren wil doen
geloven.
Kinderen die niet met een schoolreisje mee kunnen omdat er geen centjes genoeg
zijn, buurtorganisaties die elke maand bij absolute minima een voedselpakket
komen brengen, het gebeurt hier, in Nederland! Natuurlijk, echt dood gaan van de
honger gaat vrijwel niemand, maar is een leven in armoe wel beter dan
doodgaan?
Cijfertjes vertellen de regeerders precies hoe het er voorstaat met de economie,
alleen van de inkomsten en uitgaven van de ‘minimumlijers’ heeft men geen
kaas gegeten, want dat zijn kruimels die de moeite van het oppikken niet waard
zijn. Wel weten de regeerders hoog van de toren te blazen dat er heel wat
miljoenen zijn overgebleven. Dit meevallertje zal worden verdeeld over een
aantal projecten, maar de armoezaaiers zullen er weinig voordeel aan hebben,
want die zijn toch niet interessant. Je kunt je trouwens ook nog afvragen
wanneer ben je arm? Als niemand wat heeft dan is degene met een kartonnen doos
als huis al een rijk mens, maar als iedereen om je heen twee auto’s en een
kast van een woning heeft, die ook nog is ingericht met dure spullen, dan ben je
zeker arm te noemen als je ergens in een hokkie vierhoog zit, en een tweedehands
fiets voor de deur hebt staan.
Als je de glanzende bolides van het werkvolk over de Spijkenisserbrug ziet
forensen, dan krijg je inderdaad de indruk dat we vastlopen in de welvaart, maar
kijk nou eens een keertje achter die dure flats, staan daar niet toch nog een
paar uitgeleefde krotten? Vinden we het vreemd dat er sommige mensen uit nood
dingen gaan doen die eigenlijk niet kunnen? Ik ben bang dat als we almaar
blijven roepen dat het zo vreselijk goed gaat, slimme jongens straks de prijzen
gaan ophogen en de levenstandaard verder optrekken, zodat straks de rijkeren het
enige volk zijn dat nog mee kan in de trein naar het geluk, welzijn en de
vreugde.
Jan