Wassen en plassen
Het was voor mijn weer zo’n week van: 'Alles gaat anders en het blijft
een zooitje'. Computers die geheel zelfstandig dingen gaan doen die ik ze nooit
had gevraagd, honden die willen wippen maar niet weten hoe, kinderen die
overstuur thuiskomen omdat het leven zo tegenvalt, telefoons die verkeert waren
verbonden maar toch gingen rinkelen, een vijver die ineens groen water bevat,
vogeltjes die ineens een ei leggen en daar pontificaal op gaan zitten broeden,
midden in het looppad naar de keuken en verder moest ik ook de afgelopen week,
net als vanavond, weer met een langharige nozem naar een radiostudio om de
wereldproblemen op te lossen.
U ziet, ook ik heb zo mijn beslommeringen, daar hoef je geen minister voor te
zijn. Tel je daar dan bij op dat ik tegenwoordig bijna verplicht ben om naar
soapseries te kijken, dan snapt u wel dat ik soms verlang naar een tijdelijk
verblijf ergens in een rustige 'snoeselkamer' van het Delta of zoiets. De vaste
lezer weet, dat ik al weer een poosje geleden mijn moeder in huis heb genomen.
Omdat mijn moeder niet veel anders doet dan tv kijken, en dan nog het liefst
naar soapseries, moet ik soms ook een
beetje mee gluren. Ik heb daarbij de grootse moeite om de 'flarden' die ik dan
zie, bijeen te houden.
Zo heb ik er geen notie van of er nou iemand is neer geschoten, door zichzelf
nog wel, in 'goede tijden' of dat er een verkrachting heeft plaatsgehad in 'De
Bus'. Ik heb wel begrepen dat er een bus is bekogeld door Hagenaren, maar of dat
nou de lijn Spijkenisse- Rotterdam was of die van Overschie naar Drente, weet ik
niet meer. U ziet het al, ik kan het niet goed volgen, maar ik was nooit zo gek
op die series. Daarnaast maak ik me de laatste tijd druk om niets, nou ja niets,
dat vinden anderen.
Zo ging ik bijvoorbeeld eindelijk eens met mijn auto de wasstraat door, dat was
zeker een jaar geleden, maar ja, druk, druk, druk he? Je mag dan je auto eerst
even afspuiten met een hogedrukslang, wel een volle minuut! Weet ik veel hoe dat
werkt, ik druk op de startknop en binnen een seconde stond ik te soppen in een
paar volgespoten schoenen, weet ik veel! Zwaar de pest in reed ik de wagen
tussen de borstels en wachtte met stevig gesloten portierramen op de dingen die
moesten komen, maar niet kwamen. Ik durfde niet meer uit te stappen want met dat
geluk van mij gaan die borstels natuurlijk gelijk draaien om me verder af te
rossen, de engerds. Na, pak hem beet, een minuut of vijf kwam er een vent naast
mijn auto staan en vroeg wat ik aan het doen was. Een beetje mens ziet toch wel
dat ik hier niet zit te vissen dacht ik nog.
Gelukkig begreep de man al snel dat ik de werking van het systeem niet helemaal
begreep en wees me op een sleufje buiten de 'borstelhal' waarin ik een vreemd
plankje met gaatjes moest steken. Toen wist ik meteen waarom ik dat had gekregen
van die vriendelijke meneer achter de balie, toen ik vooraf ging betalen. De
behulpzame voorbijganger bedankend stak het kleinood in het sleufje en de
borstels en sproeiers begonnen hun nobele werk. Voldaan met een paar natte
schoenen stond ik glunderend het proces te volgen. Dat glunderen verdween meteen
toen ik zag dat ik door al dat gesodemieter mijn portier niet had gesloten!
Gelukkig deed de borstel dat wel even voor me, maar niet voordat hij eerst had
gezorgd dat mijn stoel tientallen liters water had gekregen. Zeiknat en en met
een spierwitte glimmende wagen ben ik naar huis gegaan, voor mij geen wasstraat
meer, en al die andere dingen ben ik ook helemaal zat, ik word monnik!