Weer een beetje vreemd

geplaatst: 1 november 2000

'Een beetje vreemd', met deze woorden begon ik dik vier jaar geleden deze wekelijkse column in dit meesterlijke blad. In die jaren heb ik wekelijks met veel plezier de stukjes geschreven die door de een werd gevreten en de ander werd uitgekotst. Er is in die tijd veel gebeurt, mijn vriend en schrijfmakker Erwin Karreman, die toen nog zei dat ik het geen twee maanden vol zou houden, heeft ongelijk gekregen. Helaas kan hij dit niet meer meemaken, hij is er niet meer. 
En zo is de wereld onder ons doorgedraaid en bleef ik columns schrijven. Daar komt nu een eind aan, gewoon omdat de krant wat anders wil, dat is hun goed recht, en misschien zelfs wel hun plicht, want steeds op zoek gaan naar nieuwe dingen is een ambitie die elke redactie hoort te hebben. Maar dat wil niet zeggen dat ik met het schrijven stop, ik blijf voor uw eigen trouwe Maaspost gewoon de andere dingen doen, dus mogelijk leest u tussen de regeltjes zo nu en dan toch nog een beetje van mij. 
En natuurlijk weten de 'insiders' inmiddels dat ik op internet dagelijks m’n eieren leg, u weet wel, hoogvliet punt org. Maar ik ga u niet vermoeien met de achtergronden en zelfbeklag, al moet ik toegeven dat ik eigenlijk nog vijftig jaar had willen doorgaan, maar ja. Gek dat je door dit soort dingen toch behoorlijk uit je evenwicht kunt raken, mijn 'deadlineavond' was altijd een zooi, ik moest dan vaak op de valreep, meestal ergens om 3 uur in de nacht, nog een epistel voor u schrijven, het zal toch wel gek zijn als ik straks gewoon naar bed kan gaan, mijn vrouw schrikt zich rot! Nou is het niet zo dat ik meteen naar het RIAGG moet of zo, trouwens wat zou het uithalen? Maar onze honden kijken me voortdurend aan, ze vermoeden kennelijk iets, gelukkig kunnen ze niet praten. 
Trouwens naast deze honden hebben mijn vrouw, kinderen, kleinkinderen, en m’n moeder, die nog steeds bij ons inwoont, regelmatig model gestaan in mijn wekelijkse schrijfsels, ze zullen het wel jammer vinden want nu krijgen ze natuurlijk veel minder aandacht. Ook wil ik de redactie bedanken, ze hebben het toch maar kunnen opbrengen om elke week, steeds weer opnieuw, de lettertjes die ik zo fraai neer kwakte, toch weer een beetje in de goede volgorde te zetten. (ze weten natuurlijk niet dat ik expres wel eens tik fouten maakte om hen aan het werk te houden) 
Ondertussen ben ik door mijn epistels en andere stukjes, die ik dus blijf doen, behoorlijk thuis geraakt in Hoogvliet, het 'dorpje' dat ik in mijn hart heb gesloten, en daar ben ik heel gelukkig mee. Want zonder 'mijn' krant had ik mogelijk veel langer gedaan over mijn 'inburgering'. 
Nou, dat was het dan, ik moet er toch een punt aan zuigen, je kunt nu eenmaal niet eeuwig doorgaan, de regels tellen door. Ik weet zo zoetjes aan bij welke lengte ik moet stoppen, dat leer je wel na 208 keer een stukkie schrijven. Denk dus niet dat u van me af bent, ik blijf u 'verblijden' met teksten, en in dit dorp komen we elkaar vast wel weer tegen. Nog een extra dank aan de mensen die me hebben gemaild, geschreven en gebeld, en de actie met handtekeningen, het is leuk geprobeerd, en ook dank daarvoor, maar aan alles komt nu eenmaal een eind, al is het wel 'een beetje vreemd'.

Jan