Bandoneón
Wat moet je nou he, net een
enorm huwelijk achter de rug en daar kom ik dan met mijn epistel, alsof u al
klaar bent met de verwerking van de tranen van Máxima.
Ja hoor ik had er ook even een gevecht door, ik was ook even emotioneel door
het lint, mag het? Maar wel mooi toch, een meisje dat met haar prins huwt en
haar dromen ziet uitkomen. Die tranen kan ik goed begrijpen, de geluiden van
de bandoneón die Carel Kraayenhof op virtuoze wijze ten gehore bracht
maakten mij ook wat week. Het klonk als een heimwee naar vroeger voor Máxima,
een soort afscheid van het verleden.
Ik heb dat ook altijd, als ik muziek hoor uit de tijd dat ik nog in
spijkerbroek achter de minirokjes aanjoeg, dan schiet mijn gemoed (waar zit
dat eigelijk?) ook vol!
Dat heimwee naar vroeger heeft iedereen wel eens denk ik, een gevoel van wat
geweest is is ongrijpbaar ver weg. Dingen die geweest zijn komen nooit terug
en toch wil je ze bij je houden. Ik heb dat vooral met muziek en het zien
van foto’s. Je ziet jezelf weer teug in die tijd, een klein mens met grote
idealen waarvan er maar zo weinig uit zouden komen. Ik wilde vroeger artiest
worden, ja echt! Wat ik wilde gaan doen was me nog niet bekend maar ik wilde
in de picture staan. Heb met Anneke Grönloh gesproken, die moedigde me aan,
met Andre van Duin heb ik zelfs wel eens wat in elkaar gefrutseld, met Joop
Daalmeier (NOS) maakte ik ooit radio-uitzendingen, en bij Veronica blikte ik
ook al muziek op tape in. Ik werd diskjockey in verschillende tenten en bij
diverse radiopiraten en ziekenomroepen. Bouwde ooit een discobar aan boord
van de Nieuw Amsterdam en Rotterdam, maar artiest werd ik nimmer. Ik had
papieren om in de fotografie te gaan werken, ik had diploma’s om in de
elektronica mijn sporen te verdienen. Ik heb zelfs pianoles gehad en
mondharmonica gespeeld, maar artiest werd ik nooit. Ik schreef op mijn 20ste
al voor het Vrije Volk en voor regionale bladen. Ik heb horeca tenten er
weer bovenop geholpen met mijn muziekinstallaties waarop ik als DJ mijn
lusten botvierde, Alles wat ik beet pakte werd voor anderen goud, ik bleef
meestal met eelt in mijn handen eenzaam achter, en dan nog zonder artiest te
worden ook. Nee niet dat ik er een rot gevoel aan heb overgehouden, ben je
gek, mijn tijd komt nog wel. Tenminste laat ik het hopen want de klok tikt
door, net als bij Veronica destijds, en eens komt de tijd dat het gewicht
beneden is en het raderwerk stil komt te staan. Goed, dan is de klok er nog
steeds, alleen doet hij niet meer wat hij hoort te doen, maar de herinnering
blijft zullen we maar zeggen. En dat is nou wat ik zo graag de mensheid wil
vertellen, vergeet nooit je verleden, maar bedenk er tevens bij dat de
herinnering vaak mooier is dan het verleden ooit is geweest. En ondanks dat
ik nooit artiest ben geworden heb ik toch een goed gevoel over wat ik nu
doe, ik doe waar ik zin in heb en huil bij het horen van een bandoneón die
een overgang van verleden naar het heden kan laten horen. Dus lezer, al ben
je niet wat je zou willen zijn, pluk de vruchten van wat je nu bent en kijk
alleen achterom naar mooie dingen.
Nee dit is geen gewone column, niks leuk stukkie van Jan, dit was gewoon
iets wat ik zo graag eens wilde zeggen, omdat ik nooit artiest ben geworden,
jammer dan!
Jan
Koopmans
|