Lepelvaasje
Zo’n week na het treurige
gebeuren in mijn familie moet je toch weer de draad oppakken, want het leven
gaat voor velen en dus ook voor mij gewoon door.
Natuurlijk vergeet je zoiets niet zomaar, maar eeuwige rouw past niet bij
mij en zou ook moeder niet hebben gewaardeerd.
Ik zou me desondanks een beetje schuldig voelen als ik meteen weer met humor
om de hoek zou komen, maar anderzijds noemden ze me thuis altijd de lolbroek
en je moet nu eenmaal doen waar je goed in bent heb ik geleerd. Het is een
gek gevoel, je mist iets en toch heb je ook het gevoel dat je strijdbaarder
bent dan eerst. Daarnaast ben ik van mening dat je je werk gewoon goed moet
doen, even pas op de plaats en dan weer verder gaan, zo hoort het te gaan.
Nu zou ik natuurlijk humor en verdriet kunnen combineren door een verslag te
maken van wat ons nog allemaal te wachten staat. Want door het overlijden
van mijn moeder is er nog een ander probleem ontstaan waar je pas een paar
dagen later bij stil staat. Moe woonde in Siloam, heel hoog met een prachtig
uitzicht op Hoogvliet en het kerkje in Poortugaal waar ze nu naast begraven
is.
Haar woning was een soort museum van 100 jaar Koopmans, een verzameling van
nostalgische werken van ‘grote waarde’. Ik heb nog wat broers en een zus
alsmede wat andere liefhebbers van museumstukken, dus er gaat nog heel wat
komen. Gelukkig leven we als familie in een perfecte harmonie met elkaar dus
ik verwacht geen gewonden bij de ‘boedelscheiding’. Wel hebben we al wat
vooroverleg gehad over wie wat graag wil hebben. Zo is er reeds een
uitgebreide vergadering geweest over het lepelvaasje dat nog van mijn
overgrootmoeder is geweest, ik wilde het net als mijn zusje graag hebben,
maar zij won.
Maar goed, het echte werk gaat nog komen, want we hebben nog even de tijd
voordat we de sleutel moeten inleveren en we nimmer meer van het prachtige
uitzicht kunnen genieten.
Grappig en tegelijk verdrietig is dat je de belangrijke dingen allemaal op
buikhoogte kunt vinden want moeder kon niet meer hoog tillen en deed alle
kastjes en plankjes aan met de rollator voor haar uit. Allemaal erg vreemd
en soms ook erg dubbel wat je meemaakt, alles is er behalve de bewoonster
zelf, het heeft iets engs eigenlijk.
Onze ‘strooptocht’ heeft zich tot heden beperkt tot het vinden van
papieren die belangrijk zijn voor de financiële ‘afwikkelingen’, want
die komen er ook nog bij.
Gelukkig was moeder niet rijk zodat we niet om de miljoenen hoeven te
vechten, die zijn er niet, althans niet in geld, wel in opgespaarde
ansichtkaarten. U merkt het vast al aan mijn schrijfstijl, ik experimenteer
nog een beetje tussen verdriet en een lach, ik wil wel graag maar durf nog
niet, want eerbied moet je zelfs als columnist hebben.
Maar het komt vast goed want juist humor was wat mijn moeder zo behaagde,
een lach was haar liever dan een traan dus waarom zou ik me inhouden?
Ik weet dan ook vrij zeker dat ze zich een aap had gelachen als ze geweten
had dat we over een lepelvaasje zo lang hadden geouwehoerd. Maar ach, ik heb
de lepeltjes en mijn zus het vaasje, dus waar maak ik me druk om, het blijft
humor, en dat kunnen u en ik toch eigenlijk ook niet missen?
Jan.
|