De Columnist

Jan Koopmans


Klik hier voor al Jan's oneliners
Jan's stukkie
Week 9
Klik hier voor eerdere columns

Carna-val

Zoals elk jaar schijnen de Brabanders, maar het is zo besmettelijk als de varkenspest, weer hun jaarlijkse verdiensten op te maken aan zuipen, lol maken, zuipen en in de goot slapen. Terwijl wij hier in het beschaafde deel van het land heel het jaar redelijk vrolijk door het leven gaan doen ze dat in de zuidelijke streken slechts één maal per jaar een weekje (ja ik reken er op dat ik commentaar van u krijg).
Alaaf en zijn slaaf, prins knokkel en zijn beul, spreekstalmeester oetelkronkel en zijn wicht maken er weer een ware feestbende van. Soms hebben mensen het hele jaar gespaard om met carnaval even flink de beest uit te kunnen hangen en vooral veel, heel veel bier en andere geestverruimende drankjes naar binnen te gieten. Dans Mariekes, u weet wel van die deerntjes met die ‘walgelijk’ korte rokjes wiebelen aanstootgevend door de straten en krijgen zelfs tachtig- jarigen nog van de stoel om mee te huppelen. Kilometers lange optochten van praalwagens vol met versierselen en alweer die dans meiskes die van geen ophouden weten. Maar ach, ze doen maar, ik ben niet katholiek dus ik vier dat feest niet. Ik heb wel een broer die rooms is en ook nog in Brabant woont, hij is deze dagen niet helemaal zichzelf, maar ach, wat maakt het uit, ik zie hem toch nooit, zeker niet met deze wulpse feestdagen.
Het vervelende is wel dat wij ‘boven Moerdijkers’ gewoon moeten blijven werken terwijl die carnavalsvierders hun roes uitslapen of in de kroeg zitten. Elk jaar is er ook negen maanden na carnaval ineens op onverklaarbare wijze een soort babybang. Het schijnt dat men dan, terwijl drank nota bene impotent maakt, niet meer helemaal goed weet dat je van heftig vrijen wel eens gezinsuitbreiding kunt krijgen. Laveloos de koffer in met een dansmarieke en dan nog doel treffen ook, dat kunnen volgens mij alleen Brabanders!
U heeft hem al door zeker? Ik ben geen liefhebber van carnaval, al kan ik best de zon in het water zien schijnen hoor, ik kijk graag naar die wilde boeren dochters en die dansdeerntjes met hun veel te korte rokjes, ik blijf een (steeds ouder wordende) snoeper. Wij hebben een goede kennis wonen in het land van Oeteldonk en zijn kornuiten, een leuke meid met in het dagelijks leven een heel eerzaam beroep. Het is dan voor mijn tere ziel heel schokkend om op de tv haar ineens te zien lallen aan een café tafeltje met een in overal geklede boerenknar met een rode zakdoek om zijn bezwete hals. Als je dan weet dat half Rotterdam en Hoogvliet zijn gebouwd door Brabanders dan ga je toch onwillekeurig om je heen kijken of er niet al ergens scheuren in de muren van je huis verschijnen, je weet maar nooit.
Maar alle gekheid op een stokje, die Brabanders zijn als de week voorbij is weer gewoon hard werkende mensen die de beste koffie van Nederland kunnen zetten. Het gekke en bijna enge is dat ik dit zomaar over Brabanders kan schrijven, natuurlijk zullen er mensen zijn die het maar ‘zo zo’ vinden maar echt erg is het niet. Als je een andere cultuur op de zelfde wijze zou beschrijven kan het niet, ligt dat nou aan die ‘anderen’ of toch gewoon aan onszelf? Nee, ik ga weer niet op de zware toer want met carnaval, bijna achter de rug, kun je dat niet maken, maar toch….
Maar wat zeur ik toch? Straks staan wij Hollanders weer gek te doen bij de Dans Parade in Rotterdam of bij het Zomercarnaval. Ook dan zie je mensen bezopen langs de kant liggen en de GGD suf geblowde nozems oprapen. En ik hou er ook van hoor, ik geniet best van die muziek en……..jawel hoor daar komen ze weer, die veel te korte rokjes. Maar ik bezie het wel vanaf de luie stoel op de tv, das gerieflijk en kost geen moer. Ik hoef niet te sparen voor carnaval, gelukkig maar want waar zou ik dat van moeten doen?

Jan Koopmans


TERUG





Stichting Hoogvliet Digitaal
www.hoogvliet.org