Stereoguppen
Wonen in een stedelijke
omgeving heeft wel wat, er is altijd wel wat te doen en je zult niet in
slaap vallen van de stilte om je heen.
Zo zit ik op dit moment in mijn ‘aan huis kantoortje’ te werken aan uw
krant. Het gaat zomer worden en dus voel je de naderende warmte er aan
komen. Vandaag voor het eerst mijn keurige pantalon maar eens verwisseld
voor een kort zeeman sportbroekje en bijbehorend T-shirt. Goed, mijn vrouw
keek wat bedenkelijk naar mijn outfit, want ik geef het toe; mijn buikje
verstoort ietwat de harmonie, maar toch voel ik me zo wat vrijer en frisser.
De eerste regels rolden inmiddels over mijn scherm, waar is die goede oude
tijd van de Remington, toen ik besloot om het raam maar eens open te zetten.
Het was lekker weer en een beetje frisse lucht in mijn ‘hokkie’ kon geen
kwaad. En ja hoor, meteen ontdekte is de nadelen van een stadse omgeving met
mensen die zo nu en dan vergeten dat ze niet alleen op de wereld zijn. Een
denderende bas uit de een of andere geluidsinstallatie bij een van de buren
deed me meteen besluiten het raam maar weer te sluiten, weg frisse lucht!
Een uurtje later opnieuw geprobeerd, want ja het werd zo muf he? Het viel
mee dit keer, alleen wat spelende kinderen, maar dat is niet storend. Maar
ik had het kunnen weten, zo zou het niet blijven. Een onbekende debiel kreeg
het in zijn verwarde hoofd om wat knallen met kruit of vuurwerk te maken,
iedereen schrok zich te pletter en meteen hoorde je overal baby’s huilen.
Hopelijk heeft hij of zij hierbij meteen al het kruit verschoten en gaat
ergens in therapie.
Ik tikte rustig door maar ik kreeg steeds meer tranen in mijn ogen. Eerst
dacht ik dat ik te moe was want dan heb ik dat ook, maar ik voelde me nog
niet zo, dus beetje vreemd. Ik rook ook een steeds sterke wordende chemische
geur, maar ja je woont vlakbij de Botlek dus echt paniek was er nog niet.
Maar de geur werd steeds sterker en begon op het aloude petroleum te lijken.
Toen ik ook nog blauwe walmen voorbij zag komen door mijn achtertuin ging ik
toch maar eens kijken wat er loos was. En ja hoor, een buurman verderop
stond zijn barbecue op te stoken met volgens mij verlopen olie om zijn
braadsel gaar te krijgen. De stank was niet normaal meer, je zal dat vlees
moeten opeten zeg! Ik heb er maar niks van gezegd want het is al zielig
genoeg als je niet eens een gewoon fornuis hebt om te bakken.
Maar goed, de zomer brengt niet alleen ongemak maar ook mooie dingen
natuurlijk. Onze tuin doet het weer prima, de takjes zijn weer takken en de
bloesem zal straks weer overgaan in mooie bloemen of appels. We hebben op
voorhand de appelboom gestut want we verwachten weer veel vruchten te
krijgen van deze dappere boom. Onze zoon heeft de vijver een beetje op orde
gebracht en de waterval kabbelt er weer lustig op los. Jammer dat een paar
salamanders de pomp aanzagen voor een Efteling attractie en een wisse dood
vonden in de draaimolen van deze water transporteur. Mijn Jootje staat weer
uren per dag op de kop in de bagger om onkruid te wieden of stekjes te
planten. Ze noemt daarbij Latijnse namen waar zelfs de Paus nog van zou gaan
blozen. Ook zo fijn is de spontane hulp die ze krijgt van de
nog thuiswonende kinderen, al na zes keer aandringen doen ze het
klusje in de tuin wat ze hadden aangeboden tijdens een moment van
verstandsverbijstering. Ik krijg dus al echt een zomers gevoel, waarom weet
ik niet want hier in mijn peeshokje merk ik er eigenlijk alleen de nadelen
maar van, de warmte, de herrie en op mijn scherm valt veel te veel zonlicht.
Je hoort in de zomer blij te zijn en de zon te aanbidden, nou vooruit dan
maar, dan zal ik maar meedoen. Maar verwacht van mij niet dat ik ook ga
barbecuen! Trouwens voor mij is de zomer niet overdag in de brandende zon
maar meer in de avond. Lekker stilletjes met mijn eega en wat vrienden op
het plaatsje achter, een goed glas ranja en wat blokjes kaas, wat wil je nog
meer? Niks stereo erbij, het geluid van de vogeltjes, krekels en kikkers is
de mooiste muziek die ik ken.
Jan
Koopmans
|