Rode
brievenbus
Het
is toch wat he, ‘moet’ je een column schrijven maar het onderwerp dat je
had verzonnen heb je zelf al om zeep geholpen door allerlei (objectieve)
artikelen er over in deze krant te zetten. Ik bedoel de opening van de
nieuwe Flamingo, wat kun je daar nu op deze plaats nog over schrijven zonder
dat je meteen te horen krijgt dat het ‘allemaal zoveel is’.
Anderzijds is het misschien wel goed om de reden van deze grootschalige
aandacht eens uit te leggen. Hoogvliet kent heel wat leuke initiatieven die
stuk voor stuk belangrijk zijn voor het welzijn van dit ‘durp’. Toch is
Flamingo ontsproten in de oertijd van Hoogvliet en heeft daarna 40 jaar lang
voor velen het begin van hun nieuwe leven betekend, ik doel daarbij op
ondermeer bruiloften en vieringen van andere leuke dingen. Ontsproten uit
jeugdigen, ja want ook Kees en zijn kornuiten waren heel lang geleden jong,
en daarna steeds meegroeiend met de jonkies van welleer, leeft in vele
harten meer als alleen maar een gebouw. Meneer Joop van der Hor haalde het
in zijn redevoering, nou zeg maar cabaretachtige conference, al aan, de
Flamingo is ontsproten uit diverse experimenten die vaak spontaan ontsproten
uit de weke massa van energievolle ideeënmakers. Natuurlijk weten we wel
dat Kees Hageman iemand van het eerste uur is, maar we weten ook dat hij het
niet alleen deed. Toch wil ik met name in dit stukje, dat niet objectief
hoeft te zijn, zijn persoon nog wel eens even aanhalen. Want wat mij is
opgevallen in de jaren dat ik hem ken is dat hij onvermoeibaar staat en gaat
voor de Flamingo, nee niet alleen, maar wel opvallend. Kees tref je aan
middenin de nacht bij een muzikaal treffen, maar Kees tref je ook aan de
ochtend erna, met bezem en dweil als het nodig is. Hij heeft inzicht in
draaiboeken, in wat wel en niet mogelijk is, maar ook in de keuze van
muziek, de kennis van de bezoekers, met name de jeugd. Kees houdt van de
jeugd en weet ze vaak toch nog te sturen, ondanks de soms enorme
eigengereidheid van onze jonge opvolgers. En het moet allemaal kloppen en in
orde zijn bij hem, geen flessenrek mag scheef hangen en geen kraakje mag te
horen zijn in de luidsprekers. Hij kan zich mateloos opwinden als er iets
niet werkt of doet zoals het hoort te doen. Eigenlijk is Kees dus een soort
sensor, maar dan wel een die zelf vaak dingen herstelt. Ik heb hem gade
geslagen tijdens de opening, ik zag hoe hij trots was maar tegelijkertijd
knokte tegen de emoties, typisch Kees. Hij is ook de vette vijftiger die als
een jonge tijger de dansvloer test met elk willekeurig deerntje. Ook test
hij het geluid en dan zie een brede smile verschijnen als het de Rolling
Stones zijn of een ander soundje uit de tijd dat smalle broekspijpen nog in
waren. Natuurlijk test hij ook de bierpomp, want die moet ook perfect zijn
uiteraard, maar ja, hij offert zich er graag voor op. Nee, ik kan natuurlijk
niet teveel over de Flamingo schrijven, u zou kunnen gaan denken dat ik er
iets mee heb! En natuurlijk heb ik er iets mee, want net als bijna alle
Hoogvlieters ontkwam ik ook niet aan een bezoek op geregelde tijden in dit
episch centrum van muziek en cultuur. Wat ik zo enorm knap vind is dat de
‘Flamingo mensen’ kans hebben gezien om in een nieuw pand het oude neer
te zetten. Al bij de tekentafel is nagedacht over kleinigheden en ze hebben
er alles aan gedaan om de sfeer van het oude pand ook weer in het nieuwe te
verkrijgen. Natuurlijk, alles is groter en moderner, maar ook de, zoals ik
dat graag noem, ouwe troep is meegegaan naar het nieuwe pand. Deze
‘troep’ is eigenlijk geen troep maar zijn relikwieën die een enorme
toegevoegde waarde geven aan de opvolger van moeder Flamingo. De oude
platen, de vergane koffiemolens, de telefoons uit de middeleeuwen en noem
maar op, het zijn getuigen geweest van een periode waarop moeder Flamingo
aan de toekomst dacht. Nu het ei is gelegd en uitgebroed en de jongeling op
eigen poten kan staan is het tijd om met de herinnering van ‘toen’ te
bouwen aan een toekomst voor hen die later weer terug zullen denken aan
toen. Nee, ik heb geen tastbare herinnering aan het oude pand, geen stukje
bar of losse plafondplaat, ik heb slechts mijn mooie herinneringen, maar o
wat is dat veel! En natuurlijk had ik graag die rode brievenbus in de hal
meegenomen, maar ja, die zat erg vast, net zo vast als mijn vertrouwen in
Kees en al die vrijwilligers die de Flamingo maakten tot wat het nu is. Maar
goed, ik zou het niet te veel meer over dit partycentrum hebben, dus ik zal
er in dit stukje nu verder niet meer over reppen.
Jan
Koopmans
|