Week 14 | ||
eerdere columns: Weekblad Hoogvliet Maaspost Radio Overige |
Kapseizen
Het wil nog helemaal niet
vlotten met het weer he, regen, storm en alweer kou overladen onze bevallige
lichamen. Je ziet al mensen met van alles en nog wat richting camping
trekken in de weekenden, houdt dus uw vuil- en krantencontainers in de
gaten! Aldaar gaat men natuurlijk eerst aan de grote schoonmaak beginnen en
vervolgens het tuintje weer wat op orde maken. Want straks als het zonnetje
weer gaat schijnen dan trekken de stadsmensen weer ten strijde om buren en
stadsgenoten te ontmoeten 30 tot 50 kilometer verderop in een keurig
aangelegd recreatiepark. Ik heb het zelf ook gedaan, heel vroeger.
Vrijdagavond, direct na het werk de auto leeghalen, de zooi van moeder de
vrouw en de kinderen er weer in en hupla, een paar uur fileren. Het eerste
wat ik ging doen daar in den vreemde was het gras maaien met een motor
maaier want zelfs een geit zou er geen zin meer in hebben, zo hoog stond het
vaak. Ondertussen werd binnen in de caravan de boel weer ingericht en op een
butagaspitje werd een instant maaltijd tot lichaamswarmte opgestookt. Bij
slecht weer bleef je dan gezellig in het huisje op wielen zitten, keurig
tegenover elkaar en met de portable tv tussen je knieën. De kinderen
snauwde je naar het stapelbed en als het 12 uur was donderde je vermoeid in
het uitgeklapte bed dat een kruising was tussen een eethoek en twijfelaar.
Kuis en eerbaar ging je dan slapen want aan gezinsuitbreiding denken was
onmogelijk vanwege het feit dat bij wilde acties de kans op kapseizen van de
caravan reëel was. De zondag was dan meestal voor de kinderen het balspel
elders op het terrein en soms gingen ze paardrijden bij de plaatselijke boer
die zo nog wat centen verdiende met zijn afgesleten knollen. Zelf bracht je
een bezoekje aan je buren die je alweer een week niet had gezien. Natuurlijk
hielp je ook een handje mee bij het verbouwen van een schuurtje, het
verplaatsen van een heg of het ouwehoeren in de campingkantine. Lang kon dat
allemaal niet duren want je moest alweer aan de terugreis gaan denken. Zo
tegen schemertijd pakte je de wagen weer in, de slapende kinderen op de
achterbank, moeder de vrouw, vaak ook al slapend, op de voorstoel en voor je
het wist zat je weer in de file richting eigen huis en tuin. Thuisgekomen
maakte je eerst de kinderen wakker zodat ze op eigen gelegenheid uit konden
stappen en daarna je vrouw die dan de deur van je huis open kon doen.
Langzaam begon je de auto weer leeg te halen, de hele gang kwam vol te
staan, en daarna vulde je hem weer met het spul dat je nodig had voor je
werk. Eindelijk kon je even lekker neerploffen in je eigen vertrouwde luie
stoel en dronk je een heerlijk vers bakkie koffie. Je voelde je ineens je
benen en kreeg wat slaap ook. Hoewel de kans op kapseizen van het huis zeer
onwaarschijnlijk was ging je zonder noemenswaardige activiteiten doodmoe
naar bed. Maandagochtend kwam je versleten op je werk en pas woensdag begon
je weer een beetje mens te worden. Nog twee nachtjes slapen in je heerlijke
bed en dan was het weer vrijdag……… Jan Koopmans |