Takkepolitie
Als ik Joop van der Hor en
andere bevriende agenten van politie niet meereken dan heb ik in mijn leven
drie keer de politie aan de deur gehad.
De eerste keer was op mijn negende verjaardag toen de Rotterdamse Politie
met een heuse C10 Chevrolet ons kwam vertellen dat mijn vader was overleden.
Toen gebeurde er op dit vlak jarenlang niets, zelf bekeuringen kreeg ik
slechts zelden. Het werd pas in 2002 toen er weer een agent aan de deur
kwam, dit keer op een motor en die sommeerde me om mee te gaan met andere
agenten in een ouwe gevorderde Mercedes met uitlaatgassen in het
compartiment in plaats van in de knalpijp, ik moest mee omdat ik Hoogvlieter
van het jaar moest worden. Dat werd ik toen ook en was daar blij mee, maar
denk nou niet dat je dan net als hare majesteit ‘onschendbaar’ bent want
vorige week, op een rustige en niet al te koude dag, was het weer zo ver.
Ik zat rustig in mijn kantoortje aan huis wat met lettertjes te stoeien, een
beetje in de goede volgorde zetten zeg maar (in de volksmond noemt men dat
schrijven), toen ik op mijn monitor zag dat er twee bewapende agenten onze
tuin binnenstapten. Ik schrok op zich niet echt erg want ik heb niks op
m’n geweten en mijn beide ouders zijn inmiddels al overleden. Een van de
zonen deed open en die schrok wel, bijna als vanzelf bood hij zijn handen
aan om de boeien er om te doen, maar nee, ze moesten hem niet hebben. Het
ging om iets veel belangrijkers dan een verkeersovertreding of openbare
dronkenschap. Mijn vrouw die achterin de tuin aan het snoeien was kwam er
bij en haar werd medegedeeld dat er wat takjes te ver over het trottoir
waren gegroeid. Het zou hinderlijk kunnen zijn voor de passerende
voetgangers. Daar hadden ze zeker gelijk in, en het plan was er ook al om
die uitschieters te gaan kortwieken, maar mijn snoeiende eega was de laatste
tijd wat ziekjes en niet in staat het eerder te doen. En zoals bekend, ik
mag niks snoeien van haar omdat ik het verschil niet zie tussen een
rododendron en een rol prikkeldraad. Het waren heel vriendelijke agenten en
ze gingen na het brengen van de boodschap ook weer gewoon weg, maar toch heb
ik er nog uren over zitten nadenken.
Zoals bekend is er een erg hoge werkdruk bij de politie dus ik begon me af
te vragen of ze die nu nog verder wilden opvoeren door ook al op takjes en
twijgjes te gaan letten. Maar de uitkomst was nog triester. Gemeentewerken
had een week eerder de stoep weer ontdaan van wat wildgroeiend groen en
gezien dat er bij ons over het hek wat takjes groeiden. Omdat kennelijk bij
hen de mankracht ontbreekt om dan even bij ons aan te bellen met het verzoek
even een snoeischaartje er doorheen te halen, had men maar gewoon de politie
gebeld, want die durft wel aan te bellen. Zonde van de kostbare tijd, en
onkosten, twee agenten en een dienstwagen moeten uitrukken om te vertellen
dat er wat twijgjes moeten worden gesnoeid terwijl er een eindje verder
iemand van zijn GSM wordt beroofd, wat zijn we met z’n allen aan het doen?
Een briefje in onze brievenbus van de gemeentearbeiders zou al voldoende
zijn geweest…….Eigenlijk hadden de takken nog een belangrijke functie op
het gebied van veiligheid. Want al geruime tijd, en dat is elke zomer zo,
scheuren er wat ‘brommersleutelaars’ over ons trottoir en door de
achterpoort met een bloedgang en vaak zonder helm. Bij onze takjes, die nu
weg zijn, remden deze vandalen dat wat af, want bij zo’n pleurissnelheid
doet het best auw als je er tegenaan rijd. Dat het gevaar voor spelende
kinderen om te worden aangereden groots aanwezig is mag duidelijk zijn, maar
ja, het vele bellen hierover met de politie in voorgaande jaren heeft het
niet opgelost. Wellicht kan ik beter gemeentewerken er eens over bellen. Wat
mij betreft is het de laatste keer dat de politie langs kwam om een tijding
te brengen, op de koffie mogen ze altijd wel komen, want het is een vak waar
best eens wat leuke kantjes aan mogen worden gemaakt. En nu maar hopen dat
ik ze straks niet weer op m’n dak krijg, omdat ik met koninginnedag de
vlag uitsteek, misschien meldt de schoonheidscommissie of de afdeling
precariorechten wel aan de politie dat er weer iets uitsteekt bij huize
Koopmans.
Jan Koopmans
|