250
Het is vandaag voor de
250-ste maal dat ik in deze krant een column schrijf. 250 maal een
‘stukkie’ voor u.
Elke week iets zinnigs schijven is de ene keer een sport en de andere keer
een makkie. Dit keer is het er een met een hindernis, maar ja, dat maakt het
weer tot sport. Waarom nou weer een hindernis, zo zou u zich kunnen
afvragen. Op het moment dat ik dit zit te schrijven ben ik juist een weekje
op vakantie in Duitsland. Gezeten op een bergtopje ergens bij Kröv zitten
we hier met een draadloos systeem de krant te maken. Inmiddels hebben twee
van de meegebrachte laptops de Duitse geest gegeven en ram ik er nu op los
bij nummer drie. Toch klaag ik niet want het is hier best goed vertoeven.
Het weer is redelijk tot buitengewoon mooi en de dennengeur vermengt met
grasnat en de houtgeur van de Finse sauna hier in de bungalow stemmen me
vrolijk, ook al moet ik nog heel wat lettertjes tikken op de pc met extern
toetsenbord. Gisteren kocht mijn eega vier onduidelijke gebakjes in een
bouwcentrum. De verkoopster waarschuwde dat het slagroom met käse is, maar
mijn eega leek het wel een avontuur. We durfden het niet meteen aan om het
op te peuzelen want ja, een tompouce met slagroom en Slankie er in leek ons
zoiets als een prak boerenkool met roomijs. We hebben het vandaag toch maar
geprobeerd, we voelden ons er sterk genoeg voor en er waren zat rennies in
huis. Ik moet zeggen dat die Duitsters er geen bal van snappen want die
roomgebakjes smaakten gewoon naar slagroom met kersensmaak, zou käse dan
kersen betekenen, of zouden ze ons kaaskoppen er mee bedoelen? Deze bungalow
heeft ook een sauna en zonnebank en dat merk ik ook erg goed tijdens het
werken aan deze krant. Terwijl ik nooddruftig zit te hameren op het
toetsenbord komen er hier naakte en bezwete lijven voorbij op zoek naar
verkoeling, heb ik weer. Mijn eega loopt maar te pronken met haar glimmende
wangetjes waar volgens haar de sauna nu alle gifstoffen uit heeft gehaald.
Hoewel ik in een ander vertrek zit ruik ik hier het Finse hout dat je doet
denken aan een overnachting aan boord van een vliegende Hollander in de
tropen, wat geurt dat saunahout toch lekker! Zelf ga ik er straks ook een
paar keer in want volgens mij zitten er ook in mijn poriën erg veel
afvalstoffen die ik best kan missen. Het is heerlijk hoor zo’n sauna,
lekker in je blootje zweten en ontspannen en daarna meteen een ‘kouwe
klets’, letterlijk over je hete lijf laten neerstorten. En die zonnebank
zie ik ook wel zitten want mijn lijf mag best een kleurtje krijgen na al die
zonloze maanden die ik al jaren achter de rug heb. Hoop alleen wel dat Rita
Verdonk me niet meteen in een uitzetcentrum zet als ik een beetje te lang
onder de tl- buizen heb gelegen.
Maar goed, 250 columns voor Weekblad Hoogvliet, het was erg leuk het te doen
en ik hoop het zeker nog vele jaren te blijven doen. Zeker een zelfde aantal
maakte ik eerder al voor andere bladen en ook voor verenigingen, radio en
internet, maar toch is het voor mijn eigen Weekblad Hoogvliet een gebeuren
waar ik de meeste vreugde aan beleef. Nee een lintje krijg je er niet voor,
maar wat is het leuk om regelmatig door mensen op straat te worden
aangesproken op je epistels! Ik probeer altijd zo gewoon mogelijk te
schrijven, gewoon de ‘Jan uit het volk’ en niet als een slechte kopie
van topschrijvers waarbij je telkens de dikke van D moet raadplegen. Mensen
die me beter kennen herkennen mijn gemoedstoestand op het moment dat ik
schreef, dat ‘voelen’ ze aan de tekst. Ik schreef ze graag, die 250
stukjes, lulkoek, steek onder water, zwaarmoedige en waargebeurde verhalen.
Natuurlijk schreef ik ze omdat ik ze wilde schrijven, maar ik schreef ze
ook, aangemoedigd door u die me telkens vertelde dat ze zo fijn zijn om te
lezen, want dat is de beste beloning voor een columnist. Ik hoop voor u en
mezelf dat ik nog heel veel jaar lief en leed met u mag delen, niet alleen
in mijn columns maar ook in de ander artikelen in deze krant. Die andere
artikelen proberen we vaak, zonder de werkelijkheid geweld aan te doen
positief te brengen. In deze wereld met al de mineur is het wel goed dat er
oog blijft voor mooie dingen, laten we daar de komende 250 columns maar eens
aan gaan werken, daarna zien we wel weer.
Jan Koopmans
|