De Columnist

Jan Koopmans

 


Klik hier voor al Jan's oneliners

Jan's stukkie
Week 31

eerdere columns:
    Weekblad Hoogvliet
    Maaspost
    Radio
    Overige

Neanderthaler
 

Zo, het is iets beter weer inmiddels, hoewel je nog maar af moet wachten of die koperen ploert zich rustig blijft houden. Het waren voor mij weken van afzien als boreling uit 1947 waar weliswaar vier hittegolven plaats vonden maar die ook de strengste winter van de eeuw voortbracht. Ik ben een februari mens dus u begrijpt dat ik meteen na mijn geboorte in de kou terecht kwam. Waarschijnlijk is dat de reden dat ik niet goed tegen warmte kan.
De zwoelheid van hete zomers kan me niet bekoren, hoewel ik ooit in mijn jeugdige jaren heel wat zwoele avonturen met de deerntjes in duistere bossen heb doorgebracht ( ik kan of wil me niet meer herinneren wat we in die bossen deden, vermoedelijk bessen plukken). Tegenwoordig is het heel erg in om tijdens warme dagen terug in de tijd te gaan en weer te bakken en braden op prehistorische wijze. Her en der verschijnen er vuurhaarden met roestige roosters (uit de ijzertijd) waarop stukken vlees van elke diersoort worden gedrapeerd om vervolgens gaar dan wel verkoolt te worden. Het woord ‘bar’ zit al in dit gebruik en dat klopt ook. Zit het vlees keurig verpakt in cellofaan, want hygiëne gaat voorop, donderen ze dat op roosters waar de bacteriën net een feestje aan het vieren waren. Vervolgens laten ze vlammende kolen, waaruit de giftige gassen lustig ontsnappen, het hele zooitje opwarmen. De borden komen uit de keuken en alle aanwezigen krijgen iets onduidelijks voorgeschoteld omringt met smurrie uit een tube of flacon. Een heel gehannes nog want de meeste ‘eters’ moeten het doen met een bord op hun schoot of op het randje van een wiebelende en overvolle tuintafel.
Terwijl binnen in huis een super modern kooktoestel glimmend naar de fraaie eettafel staat te lonken zit ‘den primitieve mens’ als Neanderthaler een kippenbout te verslinden waar meer verkoolde resten aanzitten dan eetbaar vlees. Als contrast staat er natuurlijk wel een biertender op een tafeltje ergens in de schaduw, want die hebben de buren lekker niet.
Ja barbecuen, je begrijpt niet dat dat anno 2006 nog nodig is. Het is een crime zo’n gebeuren, niet alleen voor de vele vaders die zich dan ineens voor het eerst opwerpen als ‘meesterkok’ maar ook voor de buren die liever gewoon een potje op het fornuis koken. Soms zit ik in mijn peeskamertje (kantoortje) met tranen in de ogen omdat iemand in de achtertuin met verlopen- of dieselolie een varken aan het klaarmaken is. Je ziet er dan meestal vaders omheen dansen, net zoals Kluk Kluk maar dan anders, die enerzijds bezig zijn met het aan de praat houden van het vuur en anderzijds met het keren van de ledematen van kip, konijn of schaap. Apetrots serveren ze dan op gezette tijden de trieste resten van wat eens frank en vrij rondwandelde op deze aardkloot. Normaal kan ‘pa’ nog geen ei bakken, maar als de barbecue aan gaat is hij de baas.
U begrijpt al dat ik niet echt behoor tot de enthousiaste liefhebbers van deze ‘baktechniek’. Ja het is waar, ik heb ooit ook mee moeten doen met geďmproviseerd potje koken, ik zat toen bij de jonge padvindertjes maar moest er af toen ik opgewonden raakte van de akela. Toch heb ik gelukkig later leren koken en bakken op de met turf gestookte kachel van mijn moeder. En ik kan nog steeds een ei bakken, sterker nog, ik kan ze koken ook! Toch wil ik het barbecuen niet afkraken hoor, want het houd erg veel mensen actief, de vleesmeester, de kolenboer, de brandweer, de politie, de dokter en vervolgens het ziekenhuispersoneel met hun antibiotica tegen voedselvergiftiging. Nee, mij zul je niks negatiefs horen zeggen over deze mooie zomerse traditie.

Jan Koopmans  

TERUG





Stichting Hoogvliet Digitaal
www.hoogvliet.org