Koopmanspraat
Als je Jansen heet dan is
het vrij normaal dat je in het dagelijkse leven een naamgenoot tegenkomt.
Als je Koopmans heet is die kans alweer, zeker in deze regionen, een stuk
kleiner. Heet je met je voornaam ook nog Jan dan is de kans dat je nog een
Jan Koopmans tegenkomt erg gering. Het zal me niet snel overkomen dacht ik
ooit. Maar ja, Hoogvliet heeft het en is zo gek nog niet dus wat nergens
gebeurd is hier gewoon. En ja hoor, er zijn in Hoogvliet zomaar drie Jan
Koopmansen. Op zich niet zo erg, maar als je hier en daar wat aan de weg
timmert dan raken mensen wel eens in de war. Grappig genoeg zijn die twee
andere Jannen ook nog collega’s van elkaar en is één van die Jannen weer
raadslid in een partij waar ik ook lid van ben, hoe verzin je het! Als dat
zo doorgaat dan lijkt het me tijd worden voor de Koopmansen om gebruik te
gaan maken van het Co-housing project zodat we allemaal bij elkaar kunnen
gaan wonen om ons te beschermen tegen andere namen. Maar ach, een ramp is
het niet en je krijgt nog eens iemand aan de telefoon he, meestal moeten ze
dan een andere Jan hebben, maar je hebt weer wat aanspraak.
De afgelopen week was voor mij weer een drukke met talrijke gebeurtenissen.
Natuurlijk hadden we de nieuwjaarstoespraak van onze burgervader Kees, die
man wordt er ook steeds bedrevener in, al vergeet ik nooit zijn eerste
waarbij hij met een schoenzool in de hand achter het katheder stond.
Eindelijk was de plechtigheid weer in de secretarie zelf, daar hoort het
toch ook wel vind ik. En dan de ijsbaan, ook daar ben ik weer eens langs
geweest, helaas waren er geen collega redacteuren die met mij een
schaatswedstrijd aan wilden, echt spijtig…. Ja Joop van der Hor vroeg me
er laatst na, maar ook hij durfde het kennelijk niet aan want ik heb niet
anders meer van hem gehoord dan wat commentaar in zijn krant over mij, maar
ja, dat is zijn stijl, Joop blijft Joop.
We hebben sinds een paar weken weer een hondje, een aankomende New
Foundlander. Het is nog maar 12 weken oud en weegt nog maar 17 kilo, maar
ooit is het weer zoals we gewend zijn een bakbeest. Hij heet Joris maar dat
weet hij zelf nog niet hoor, dat komt nog wel. Helemaal duidelijk waar hij
zijn behoefte moet doen is het ook nog niet voor hem zodat je zo nu en dan
ineens ergens over uitglijd, leuk joh! Maar ook dat gaat al beter en ik
verwacht dat hij het snel door gaat krijgen, eten doe je binnen en dat
andere op een hondenuitlaatplek. ( als de katten dat nou ook eens
leerden…) De eerste nachten waren zwaar, het mormel imiteerde met volle
overgave een sirene zodat we geschrokken wakker werden en door het raam
richting Botlek keken. Maar gelukkig was er niks met de Botlek, zelfs Joop
kon thuis blijven, het was Joris maar die eenzaam opgesloten was in zijn
eigen bench, een hondenhok dus.
De kleinkinderen beginnen ook al met hem te stoeien, al vinden ze hem wel
een beetje groot, kun je nagaan wat ze over een half jaar zullen vinden, dan
kunnen ze onder hem doorlopen. Voor de liefhebbers; hij is zwart met aan de
poten een stukje wit, dat mag van de keuringsdienst voor Foundlanders, maar
we hebben dit keer niet gekozen voor een stamboomhond maar een leuk dier. U
gaat er vast nog meer van horen want ik moet nog een paar duizend columns
schrijven en geloof me, daar zal Joris me zo nu en dan vast bij gaan helpen.
Het jaar is alweer enkele weken oud en ik kijk uit naar mijn aanstaande
verjaardag. Verjaardag zit het woord ‘verjaard’ in en dat staat me
eigenlijk niet aan, zeker dit keer niet want ik stoom nu aardig op naar het
verbond van grijsaards. Toch maar het Co-housing in denk ik, ja an me hoela!
Maar ach, wat is nu ruim 18? Want zo tracht ik nog te denken, al voel
ik me soms 100 en ben ik ergens daar tussenin. Treffend dat dan de oude
gezegdes ook gewoon waar zijn; ‘je voelt je zo oud als je wilt zijn’ ik
wil graag 103 worden, ik voel me nu soms al zo, maar hoop dat nog wel 43
jaar te mogen voelen. En ik moet ook wel want ik heb mijn eega beloofd met
de hond te gaan lopen om mijn stramme spieren weer los te wrikken zodat ik
niet aan de rollator hoef over 40 jaar.
Hoezo optimist?
|