Enge
week
Ik had het vorige week al
over mijn afgebrande gevoel, maar dat was nog peanuts vergeleken met de
afgelopen week.
Na onze reguliere radio-opnamen voor het programma ‘De Vrienden’ op
Radio Hoogvliet is het leven heel anders geworden, het was voor onze vriend
en partner in het programma Hans de laatste... Elders in deze krant schrijf
ik een artikel over Hans Eindhoven, ik hoop dat u beseft dat het voor mij,
maar in het bijzonder voor zijn familie en zeker uzelf belangrijk is dat u
dat leest. Natuurlijk is het postuum ook voor Hans belangrijk.
Het programma De Vrienden heb ik direct gestopt, de opgenomen uitzending
blijft in de kast. Onder deze naam zal er geen programma meer worden
gemaakt, zonder Hans heeft dat geen waarde meer.
Ik besef heel goed dat voor iedereen het leven z’n grenzen heeft en die
liggen voor de een aanzienlijk verder dan de ander.
Het was een naar, maar vooral ontgoocheld en enge constatering dat mensen
waar je enorm goed mee kon omgaan tien uur nadat je samen iets leuks hebt
gemaakt er niet meer zijn. Zoals Joop in zijn krant schrijft; ‘Nou er gaan
dagelijks mensen dood, daar ga je toch geen hele column aanwijden, of
wel?’ is eigenlijk wel waar, maar toch is er verschil. Joop schreef tóch
een hele column vol over Hans, maar ja, zo is hij.
Natuurlijk kun je zeggen; ‘maar Hans was niet iedereen, hij was
bijzonder’. Maar ja, ieder mens is eigenlijk bijzonder, ook die onbekende
opa of oma 12 hoog in Siloam of de Kulk. En je moet tegenwoordig ook nog
uitkijken want er zijn mensen die meteen als een ‘kruitje’ op je nek
springen als je toevallig meer dan drie keer dezelfde naam noemt in een
krant, dan ben je ‘partijdig’.
Ze denken er niet bij na, want als ze zelf ook eens wat meer aan de weg
zouden timmeren zullen ze wellicht ook een keer in de krant komen.
Bij Hans was dat zo, hij kwam vaak in het nieuws, gewoon omdat hij weer iets
deed voor de Hoogvlieter of voor het goede doel. Soms deed hij dingen en zei
dan zachtjes tegen me: ‘Dat hoeft niet weer in de krant hoor’.
Maar ja, dát weten mensen dan vaak niet.
Natuurlijk draait ‘alles’ weer door, al zal het wat zwaarder lopen nu we
het zonder Hans moeten doen, maar ja, ‘ergens’ voelen we dat hij stiekem
toch een beetje meehelpt, want dat past bij die kale rakker. We hebben veel
aan hem te danken, ik ook en dat mogen we beslist niet vergeten. Het is
droevig dat we hem als verschijning niet meer waar kunnen nemen, maar
anderzijds is het heerlijk om verder te mogen gaan met de handleidingen en
voorzetten die hij ons gaf. Hij baande voor ons wegen die we anders niet
hadden kunnen begaan. Samen met nog veel meer Hoogvlieters, ook die (te)
vaak in de krant komen, gaan we verder met van dit ‘durp’ iets moois te
maken, want dat wilde Hans ook zo graag.
|