De Columnist

Jan Koopmans

 


Klik hier voor al Jan's oneliners

Jan's stukkie
Week 12

eerdere columns:
    Weekblad Hoogvliet
    Maaspost
    Radio
    Overige

 

Solex

Laatst hadden we het over duurzaamheid van goederen, dat is tegenwoordig maar pudding met een grote P. Alles gaat snel kapot, of het nu gaat om iets heel goedkoops of iets dat peperduur is maakt niet uit. Men kan simpel geen kwaliteit meer leveren, alles gaat om maximale winst en niet om maximale tevredenheid van de klant. Onlangs moest ik even glimlachen toen ik een jonge bromfietsberijder zag tuffen op zo’n modern ‘scooterding’, het ziet er leuk uit maar het valt boven de 30 km per uur uiteen in plastic onderdelen. Hij zat er op met het hoofd naar beneden gebogen om de rijwind te omzeilen en zo een snelheid te halen die ver boven de maximale toegestane 30 kilometer per uur komt. Ik mijmerde even terug naar de tijd, ja ik weet het, het is lang geleden, dat ik als jongeling van amper zestien op de Solex van mijn moeder naar school karde. Helmen had je nog niet voor brommers en dus had ik een lederen petje op om het hoofd warm te houden. Want ja, die Solexen reden toch al gauw zo’n 25 kilometer per uur en bij die duivelse snelheid ving je veel koude wind op het hoofd. Als ik haast had dan hing ik ook voorover over het stuur en dan voelde me ik me een heuse coureur! De lederen pet ving de wind op en het motortje knorde vertrouwd door, terwijl ik zo nu en dan het belletje links op het stuur gebruikte om het fietsende gepeupel te waarschuwen voor mijn aanstormende vehikel. Zelden ging er wat kapot aan het ding, het liep altijd, nou ja, behalve die keer dat ik een kiezelsteen tussen mijn voorband en het aandrijfrolletje kreeg, toen brak het rolletje en meneer Stokvis moest er toen voor 60 gulden een nieuw inzetten, maar ach, moet kunnen. 60 gulden, dat is ongeveer 25 euro, daar heb je niet eens een bel meer voor, nu zou een dergelijk kapot rolletje voor het voertuig total loss betekenen. Lang heb ik niet op de Solex hoeven rijden, toen ik 18 werd haalde ik mijn rijbewijs en kocht een Mercedes uit 1956, wat een bakbeest was dat zeg! Maar ja, die was al snel naar de haaien want soms zijn dijken glibberig en gaat je Duitse boutenbak de sloot in. De ‘auto’ die ik daarna kocht was een heel bijzonder voertuig waar ik me helemaal in thuis voelde. Ik had een oerdegelijke Fiat 500 met open dak op de kop getikt, een scheurijzer dat met de wind mee wel 105 kilometer per uur kon. Ik paste er met mijn 192 cm lengte maar net in, maar ja, eventueel kon het dak open immers? Er was van alles mis mee, het licht deed het slechts zo nu en dan en de richtingaanwijzer naar links werkte niet. Dat laatste was wel op te lossen door gewoon mijn hand uit te steken door het geopende raampje. Dat ik daardoor wel eens een fietser knock-out heb geslagen laat ik even achterwege, het mag geen naam hebben. Maar bij al die nostalgische vervoersellende stond één ding altijd overeind: Het bleef rijden! Tegenwoordig rijd je auto al niet meer als er een pufje of piefje scheef zit en je brommer doet het al niet meer als je hem een keertje hebt opgepoetst, de stangetjes kunnen niet tegen een sopje. Nee, de paard en wagen is nog steeds het meest betrouwbare vervoermiddel. Slechts een berg hooi met wat ‘beamix’ en een riek om de stront te ruimen zijn nodig om de mobiliteit te garanderen, daar kan zelfs de Solex niet tegenop!

Jan Koopmans  

TERUG





Stichting Hoogvliet Digitaal
www.hoogvliet.org