Nummer
acht
Een week om enerzijds op te
schieten en anderzijds te omarmen en te koesteren, hoe dubbel wil je het
hebben?
Ik heb vorige week twee slaapnachtjes gemist en van hot naar her getuft, dus
geloof me, ik zit hier als een zombie de letters uit te kiezen.
Maar anderzijds was het een waanzinnig mooie week waarin prachtige dingen
zijn gebeurd. Zo ben ik, trouwens mijn Jootje ook, voor de achtste keer opa
geworden! Kijk, dat ga je dan krijgen he, taalkundig ga je de mist in als je
niet genoeg slaapt, Jootje werd uiteraard oma en geen opa.
Abigail Ilonka
Reina heet onze nieuwe aanwinst en haar moeder, onze dochter, maakt
het net als de vader prima. Overigens heeft het oudere broertje van Abigail
zich er bij neergelegd dat het geen jongetje is geworden, ‘hoef ik mijn
treintjes niet aan haar te lenen’. Inmiddels zijn moeder en dochter weer
thuis, hoewel het Sophia Kinderziekenhuis een perfecte verzorging gaf is
eigen huis toch goud waard.
Ja en onverwachts was mijn eega Jo(tje) ook nog jarig, gut we waren het
bijna vergeten. Nee hoor, was het niet vergeten maar door de drukte van die
week raakte het wat op de achtergrond. Omdat ze gek is op kleding maken en
alles wat er maar mee te maken heeft heb ik ze een paar miljoen naald
prikjes gegeven. Ze wilde al erg lang een leuke tattoo en ik kreeg het voor
elkaar dat meester prikker Peet van Westsidetattooz ‘even’ langs kwam om
het te realiseren. Nu loopt ze bijna naast haar schoenen van trots, maar ach
laat ze maar.
Ik had zelf het plaatje ontworpen, het symboliseert ons soms zo roerig maar
intense leven, dus een tattoo met diepgang.
Ik ga trouwens, ik heb toch al zo weinig om handen, lekker knutselen met een
houtdraaibankje, iets wat me altijd leuk heeft geleken. Kan ik zelf
tafelpoten draaien of andere veel leukere dingen. Ik moest wel een beetje
mijn schuur er voor opruimen en dat werd bijna een catastrofe!
Ik had houten balken en gordijnrail netjes aan haken in het plafond
gehangen, dan is het uit de weg. Maar ja, ik wilde iets oppakken en stootte
tegen de materiaalvoorraad die vervolgens als een lawine naar beneden
donderde. Ik kreeg balken op m’n hoofd, schouders en ja hoor, één ferme
bind haalde het in z’n zaagselkop om hardhandig mijn enkel in puin te
rammen. Ik loop nu al dagen mank, maar ja dat zal wel weer overgaan, bloeden
doet het niet meer gelukkig. Dus zeg nou nooit dat ik het zo gemakkelijk
heb. Gelukkig heb ik nu de troost dat ik een eega heb met tattoo en acht
kleinmormels waar we apentrots op zijn. En wat geeft het nou eigenlijk dat
je een mank lopende zombie bent die achter een toetsenbord zit?
|