Kleinkinderen...
Naar aanleiding van de
geboorte van ons negende kleinmormel Romy afgelopen week, wil ik u graag
mijn column van 12 jaar geleden nog eens laten lezen.
9 oktober 1996: Als kind ben je opgegroeid met de gedachte, opa's zijn oud
en al bijna dood. Ze wonen vaak in oude smakeloos ingerichte huizen. De
meesten zijn opgeborgen in speciaal daarvoor gebouwde betonnen blokken. Deze
gebouwen zijn voorzien van allerhande gemakken. Als Opa kun je daar
biljarten of klaverjassen. Oma's zijn bijna allemaal lid van de
borduurvereniging. Het komt dan ook hard aan als een van je kinderen komt
vertellen dat ze zwanger is. Help! Dan wordt ik dus Opa! Persoonlijk heb ik
geen enkele invloed gehad op de conceptie, dus mijn schuld is het niet. Er
is ook geen enkel overleg geweest. Dus tegen wil en dank krijg je een titel
opgeplakt. Bij de status van ‘Opa’ hoort eveneens de twijfelachtige eer
om met Oma naar bed te mogen, klaar ben je er mee. Zou het daar bij blijven,
dan is er nog te leven. De eerste tijd dat het mormel machteloos in de wieg
ligt is het nog vol te houden. Gaat het brullen dan kun je altijd nog tegen
oma zeggen dat je snel naar huis moet, want je bent het gas vergeten uit te
doen, dat gebeurt bij ‘oude’ mensen wel meer. Is de luier vies, jou
raakt het niet. Het gaat tijdens deze jank, pies, kots en poep periode best
nog wel aardig. Maar aan alle mooie dingen komt een eind. Op een gegeven
moment gaat het lopen. En wat nog het meest fantastisch is, ze komen vaak
bij je op bezoek. Dat betekent toch wel een verstoring van je kabbelende
bestaan. Met opoe had je, je huis en tuin naar goed dunken ingericht. Maar
met dat inmiddels lopende nazaatje, gaan bepaalde vliegers niet meer op. Zo
hebben we de vijver moeten voorzien van een soort Berlijnse muur. Sleutels
van kasten en deuren zijn niet meer te vinden omdat we die op moeten bergen.
De honden en katten hebben we op een cursus zelfverdediging moeten doen.
Verder gaat het wel goed. Natuurlijk, er blijven nog wat kleine
probleempjes. Limonade smeert zo lekker uit op een pas schoongemaakte tafel.
Koekjes kruimelen zo zalig, vooral na het stofzuigen.
De ‘natuurlijke’ vervanging van het serviesgoed, gaat beduidend sneller.
De honden krijgen ook veel meer tussendoortjes, koekjes, snoepjes en
lolliestokjes. De krant ziet en na een kleinkindbehandeling ook totaal
anders uit, maar ach wie let daar op? Toch heeft het allemaal wel wat.
Alleen, waarom heb ik steeds het gevoel dat het jong me als een oude zak
beschouwd? Maar ik wil ook weer niet te somber overkomen, we hebben nog veel
meer kinderen. Het is dus te verwachten dat ik opa wordt van nog een heel
koor. Omdat er nog geen spoedopleidingen zijn voor grootouders, hoop ik dat
onze kinderen wat meer rekening met ons houden. Ze zouden eens wat meer uit
moeten gaan, ze zijn dan te moe om aan andere dingen te denken. Papaja moet
net als de pil in het ziekenfondspakket! Toch moet ik vaak aan mijn eigen
jeugd denken, was ik ook zo? Zou het misschien mijn straf zijn? Opa's zijn
niet oud, oma's wel! Ik zal er mee moeten leven, het is erg. Maar toch zou
ik niet anders willen. Kleinkinderen hebben ook wel iets positiefs: Ze gaan
altijd weer naar huis. Gelukkig komen ze ook snel weer op visite. En dat is
maar goed ook, want ik vindt opa zijn eigenlijk best een eer.
|