Rietkragen
Als je zoals Jootje en ik
net even wat ouder bent dan 18 krijg je te maken met wat fenomenen die je
niet had voorzien toen je nog lekker lag te vrijen onder een viaduct, ouwe
hooischuur, weilanden, stranden, bossen, greppels, auto’s, rietkragen of
plekken die ik om tactische redenen nu niet kan noemen.
Dat je later een keiharde confrontatie krijgt met de resultaten was niet in
te schatten. De zes kids die we samen hebben maakten ook weer kids, volgens
mij niet onder viaducten, en dus hebben we ook nog negen kleinmormels.
Natuurlijk is het best leuk zo’n grote groep bloedverwanten, je geniet er
echt wel van hoor. Ja, er zijn ook wat dingen die wat lastig zijn soms, maar
ach, die neem je maar voor lief, al gaat het er in dit stukje wel over.
Mijn Jootje en ik hebben zo nu en dan ook best nog zin om eens wat dingen te
herhalen van ‘vroeger’, u weet wel, van die viaducten en rietkragen enzo.
Nee, we gaan daar niet meer voor op pad hoor, we hebben hier in ons huis
onze eigen rietkragen en viaducten, dus lekker luxe en koffie bij de hand,
net als de bekende peuk die door enkelen onder u zo verafschuwd wordt, maar
die de economie nog een beetje staande houd.
Als je midden op de dag zo’n opwelling krijgt dan is dat geen probleem, we
hebben, zoals ik zei, een leuk huis waar alles kan. Nou alles…
Ben je net helemaal in de mood om al je charmes los te gooien hoor je een
sleutel in de voordeur steken. ‘Hallo, zijn jullie thuis?’, klinkt het
uit de gang. Gut denken we dan, dat is een van de kinderen. Meteen er
achteraan hoor je de speelgoeddozen omkieperen en je weet dat er een
kleinmormel bezig is je woonkamervloer te bestrooien met Pokemonkaarten,
Lego, Dinkytoys, piepende beren, gierende brandweerautootjes en andere
dingen die vooral herrie maken. Dan kijken we elkaar maar aan en voelen de
lusten wegkwijnen zodat we de trap maar afdalen en vrolijk de kamer
binnenstappen, heel voorzichtig om toch maar vooral geen speelgoed te
vertrappen. Mijn Jootje vraagt of iemand koffie wil en heeft ondertussen het
kleinkind limonade gegeven, ik schuif achter mijn computer en ga op zoek
naar een telefoonnummer van ‘meld geweld’ maar kan het niet vinden.
‘Gut, waren jullie boven, ik vond het al zo stil’, zei ons kind. Ik
antwoordde; ‘ja, we hebben even gekeken of de dakbalken nog sterk genoeg
zijn met de winter voor de deur’. Wedden dat ze het geloofde? Ouders
denken immers niet aan viaducten en rietkragen? Of toch?
|