De Columnist

Jan Koopmans

 


Klik hier voor al Jan's oneliners

Jan's stukkie
Week 30

eerdere columns:
    Weekblad Hoogvliet
    Maaspost
    Radio
    Overige

 

Roddel

Ik ben vorige week ook eens gaan kijken bij Plexat, gewoon omdat ik dat elk jaar doe. Bij ons in het Zuiderzeedorp, toen ik nog een ukkie was, hadden ze dat niet, ik vermaakte me met mijn groene autopedje en een echt metalen hoepel. We maakten katapulten van een boomtak en schoten met papierpropjes op katten of koeien. Later perfectioneerden we dat door een elzentak uit te hollen. En dan van diezelfde els gebruikten we de zaadballen als munitie. Als je hard blies dan schoot of dat ‘kogeltje’ er met kracht uit of je moest naar huis omdat je broek vol zat met een natte scheet. Maar hoe dan ook, je had geschoten, toch? Later mocht dat van onze ouders niet meer, de koeien raakten van de melk en de katten scheten peuken, dus werden we weer nette kinderen die voorbeeldig de dag doorbrachten met belletje drukken en appeltjes jatten bij de koster van de kerk. Het was voor mij bloedlink om kattenkwaad uit te vreten want mijn ouders waren wereld beroemd in de wijde omstreken en daar hoorde ik dus ook bij. Toch hadden wij thuis ook wel wat speeltuig hoor, mijn vader was ondermeer aannemer en achter onze timmerwerkplaats, die er nog steeds staat, had hij een schommel gemaakt. Als er lange planken over waren werd daar een geďmproviseerde wip-wap van gemaakt die over een oud houten vat lag. Soms speelde ik met de kids ‘van het noorden’, dat was het eind van ons dorpje, en soms speelde ik in het ‘zuiden’, het andere eind. Bij elkaar was het dorp pakweg lang, dus je kwam nog eens ergens. Je zette ook al snel het dorp op stelten natuurlijk, de ongeveer 800 inwoners kenden elkaar allemaal en wee o wee als iemand iets uitvrat, dan waren de rapen en nog veel meer goedkope groente echt wel gaar! Een van mijn broers kreeg het voor elkaar om in de kastanjeboom achter ons huis te klimmen, dat was best wel stoer want dat kreng was erg hoog (die boom dus). Maar ja, mijn broer had dan wel een mooi uitzicht maar geen zicht meer op de grond, want daar naar kijken deed hem verkrampen en jedums, hij durfde niet meer af te dalen tot de vlakke tuin. De brandweer moest er bijkomen, gelukkig had mijn vader daar de leiding, dus peanuts, dat laddertje was er zo. Maar goed dat er nog geen huis aan huis bladen bestonden, want dat zou vol geschreven worden over dit ernstige incident, zeker in de komkommertijd. Maar het was toen ook niet echt nodig, de mensen vertelden het elkaar wel, binnen een uur wist iedereen het. Alleen ‘doorvertellen’ gaat vaak wel anders dan zou moeten. Zo hoorde men op het zuiden dat hij in de schoorsteen van de melkfabriek was geklommen en op het noorden werd verteld dat hij in de klokkentoren van de hervormde kerk had gezeten. Onzin dat laatste, want daar zat niet eens een klokkentoren op! Maar goed dat er nu vakantieactiviteiten voor kinderen worden georganiseerd, zoals Plexat, het voorkomt veel geroddel en de brandweer hoeft minder vaak uit te rukken.
Jan Koopmans  

TERUG





Stichting Hoogvliet Digitaal
www.hoogvliet.org