Alweer
een jaar
‘What
a Wonderful World’, ooit een titel van een lied dat Louis (Daniel)
Armstrong zong. Ik heb de single nog, maar draai hem meestal van de pc, want
dat is gemakkelijker. De wereld is ook mooi, alleen maken de mensen er een
zooitje van. Ik ga u niet vermoeien met een moeilijke taal, maar we hadden
thuis een spreukentegeltje waarop in het Fries stond, maar ik zal het in het
Nederlands schrijven: ‘De wereld is goed, maar de mensen kunnen beter.’
En zo is het eigenlijk ook wel, er is niks mis met onze aardkloot. Hij is
rond, dus je kunt overal heen, hij zweeft, dus zal nooit doorliggen, er is
lucht, water, grond, bagger en in Limburg zelfs holle gaten. Het probleem
zit denk ik in de hoeveelheid, zo’n relatief klein bolletje is niet
geschikt voor zeven miljard
mensen toch? Anderzijds zijn er nog plekken zat waar veel ruimte is, maar
daar gaat niemand wonen. Bomvolle autowegen functioneren perfect als
iedereen zich aan regels en afspraken houdt. Zo is het met de enorme massa
mensen ook, als we ons allemaal een beetje behoorlijk gedragen gaat er niks
mis. Dus gedraag ik me en niks gaat er mis, behalve dan dat ik wel eens jok.
Verdraagzaamheid, respect voor elkaar maar vooral begrip zijn zomaar wat
ongeschreven regels die ieder naar eigen idee kan invullen. Hoe meer je ze
toepast, hoe meer kans er is dat het leven op den duur voor iedereen weer
leefbaar is, ook voor die arme donder onder die brug of die in de steek
gelaten moeder die drie of meer mondjes moet voeden. Maar we mogen ook
daarnaast best wel blij zijn natuurlijk, je kunt niet altijd met anderen
bezig zijn, een beetje aan jezelf denken kan ook geen kwaad. Ieder huisje
heeft z’n kruisje en ik vul daar graag aan toe: ook z’n geheimen en
genot. Ik leef mijn eigen, soms door anderen als vreemd geziene,
levensstijl, ze laten me daar in, zoals ik die anderen daar ook in laat. En
dat is ook een beetje de sleutel van geluk; laat elkaar, geef elkaar en hou
van elkaar. En ik gedraag me verder best wel normaal hoor. Ik rook wel maar
blow weer niet, ik drink wel maar zuip niet, ik rij alleen op plaatsen waar
niemand het ziet te snel, ik eet graag lekkere dingen maar nooit te veel, ik
hou van mensen maar niet van iedereen, ik geloof, maar niet in de kerk, ik
doe net of ik kan schrijven, maar eigenlijk kan ik het niet. O, ja, ik zou
soms jokken. Ik hoop samen met u dit komende jaar weer door te ploegen, op
weg naar een betere toekomst, voor onszelf of voor onze kids. De Moody Blues
zeggen het zo mooi: ‘voor mijn kinderen’s kinderen’. Ik heb wat met
ouwe platen, zou dat de leeftijd zijn? Veel geluk en tot aan de andere kant
van de klok.
|