Week 06 | ||
eerdere columns: Weekblad Hoogvliet Maaspost Radio Overige |
Mijmeren Raar eigenlijk, je kijkt je
hele werkzame leven uit naar het moment dat je ‘niet meer hoeft’. Als
het dan zover is dan denk je ‘jedums, wat ben ik oud!’. Niet dat het
voor mij iets veranderd hoor, ik ga gewoon door met de dingen die ik altijd
al deed. Vandaag ben ik jarig, voor de 65ste keer, maar ik doe net of ik er
geen erg in heb, niks kermis en ballonnen, gewoon straks met jootje een
hamburger uit de magnetron en daarna weer gaan met die banaan. Niks bingo of
biljarten in de recreatiezaal, gewoon lekker thuis zwoegen, ploeteren,
schrijven en bezig zijn met van alles, zelfs met uw en mijn krant, alles
gaat lekker door. Ik run een levensstijlclub en daar kan ik mezelf zijn en
dat zal zo blijven tot ik mijn mentale of fysieke krachten verlies, maar dan
zal alles anders zijn, dus daar denken we de eerste 20 jaar maar niet aan.
De Elfstedentocht zou dit jaar kunnen doorgaan, ik had oorspronkelijk
gedacht dat deze in juli plaats zou vinden, maar het ziet er naar uit dat
hij eerder of helemaal niet komt. U weet dat ik een Fries ben, mijn beide
ouders waren het ook, en wist u dat niet, dan las u deze krant niet goed
genoeg in het verleden. Vroeger, ja dat mag je zeggen als je boven de zestig
bent, keken we altijd uit naar de winter want de kans dat er een Âlvestêdetocht
zou komen was er altijd. Bij ons achter was een vaart, daar visten we in de
zomer en schaatsten we in de winter, dat was elk jaar zo. Mijn vader had een
skûtsje en die moest op het droge voor de winter, want die krengen vriezen
zomaar in splinters. Het had wel wat daar in de kou, want koud was het vaak
wel. Schaatsen kon ik als de beste, eerst op van die Friese doorlopers, met
zo’n krul voorop, die deed je over je klompen of schoenen, met eerst de
zogenaamde ‘klompsokken’ aan, een soort lederen inlegschoentje met een
knoopje dat je met een ijzeren haakje dichtmaakte. Later ging ik op
ijshockey en reed ik op schaatsen die daar bij hoorden, maar het was me te
‘kort’ allemaal en dus nam ik vele jaren geleden van Abe de Vries, een
oud Elfstedentocht winnaar, hoge Noren over. Met die dingen werd ik voor vol
aangezien. Ik ging vaak met de kernploeg naar de Uithof om te trainen, voor
wedstrijden die ik zelf niet mee zou doen, maar het was goed voor de
conditie. Ik presteerde best wel goed hoor, als zij vijf rondjes hadden
gereden had ik er ook minimaal eentje opzitten, dus zo slecht was ik niet
toch? U merkt het al, ik ga mijmeren over vroeger, iets wat ik zo
verschrikkelijk van anderen vind! Je mag best achterom kijken, maar bedenk
wel dat vooruitkijken stukken beter is, want hoe meer je vooruit kijkt, hoe
meer je terug te kijken hebt. Ach, alles is zo relatief, als ik terug kijk
zie ik mijn fouten maar ook zeker die van anderen, mensen die me niet
begrepen, maar dat komt later wel, als ze groter zijn. |
Jan Koopmans |