nummer 178
On-Fortuyn-lijk


Lezers van deze column weten dat ik geen echte fan was van Pim Fortuyn. Velen van zijn politieke opvattingen stonden haaks op de mijne. Fortuyn riep met zijn arrogante verschijning en populistische uitspraken de nodige weerstand op. Dat is niet altijd zo geweest. In 1995 heb ik zelfs nog 15 boeken van hem gekocht die ik cadeau deed aan leden van de ondernemingsraad. In dat boek 'uw baan staat op de tocht' beschreef hij het einde van de overlegcultuur. Hij voorspelde dat in 2005 er geen vakbonden meer zouden bestaan en cao's in hun huidige vorm zouden zijn afgeschaft. Zijn visie vond ik zowel verfrissend als beangstigend, want wat zou er dan voor in de plaats moeten komen? Wie zou het dan nog opnemen voor de zwakkeren in de samenleving? Het afschaffen van het overmatig vergaderen en het daarin vaak met moeilijke woorden en veelal onbegrijpelijke volzinnen doorspeende geleuter kon me wel bekoren. Maar Fortuyn zelf deed in mijn ogen niet anders. Praten, praten, praten! Op 15 mei zou dan misschien die ban wel eens doorbroken kunnen worden. Minder gepraat en meer aanpakken, dat alles in de trant en de traditie van de stad waarin Fortuyn woonde en werkte; 'geen woorden maar daden'. Voor die daden was ik overigens minder bevreesd als voor zijn tweedracht zaaiende woorden. Je verandert de Nederlandse democratie niet zomaar even, zelfs niet als je met een 18 of misschien wel 24 zetels in de Tweede Kamer komt. Voor mij stond op voorhand vast dat de Lijst Fortuyn de Grondwet niet zou kunnen aantasten, los van het feit of de lijsttrekker dat al van plan was. Maar met zijn uitspraken in het gewraakte artikel in de Volkskrant over het afschaffen van artikel 1 van de Grondwet en geen Islamiet het land meer in, zette hij toch de toon, een valse toon als u het mij vraagt. Maar echt vals is de moord op een man die geen blad voor zijn mond nam en de gevestigde politiek wakker schudde. In wat voor land leven wij als je wordt doodgeschoten omdat je een mening hebt en daarvoor durft uit te komen. In wat voor land leven wij als je een kogel door je kop gejaagd krijgt omdat je dingen zegt en zaken aan de kaak stelt die door anderen niet gepruimd worden. Dit is toch niet Dallas USA 1963? Dit is toch niet het Chili van Pinocet? Of is Nederland dan toch eigenlijk niets meer en niets minder dan een westerse bananenrepubliek verpakt in een driedelig grijs poldermodel streepjeskostuum? Ik heb er maar één woord voor; walgelijk! Wie heeft de trekker van het pistool overgehaald? Wie is de echte moordenaar van niet alleen Pim Fortuyn maar ook van de democratie zoals wij die tot voor maandag 6 mei 18.14 uur kenden? Is het gewoon een ontzettend stomme psychopaat? Is de moordenaar ook de echte moordenaar, ik bedoel is hij ook de intellectuele dader of handelde hij misschien wel in opdracht? Ik wil hier niets mee suggereren, maar ook niets uitsluiten. Wie heeft er baat bij om van Pim Fortuyn een martelaar te maken of stomweg het zwijgen voorgoed op te leggen? Ik heb maandagavond met gemengde gevoelens naar de beelden op televisie gekeken om vervolgens boos te worden, heel boos! Dit is geen oplossing, dit is on-Nederlands, dit is fout, volkomen fout. De dader(s) dient gestraft te worden, zo ook de relschoppers op de avond van de moord die auto's in de garage van het Binnenhof in brand staken en vernielingen aanrichtten in de wijde omgeving van het regeringscentrum. Als er geen politiemacht op de been was geweest dan hadden we nu van alle ansichtkaarten in de sigarenwinkels in Den Haag het torentje van de minister president moeten wegstuffen. Een aanval op het torentje van Kok is precies hetzelfde als het vermoorden van Fortuyn. Zoiets is een regelrechte aanslag op onze democratie en dat kunnen we niet tolereren. Ik weet niet veel van de persoon Fortuyn wiens dood ik oprecht betreur, wel weet ik dat relschopperij en anarchie het allerlaatste is wat de 54 jaar geworden hoogleraar bij leven zou hebben gewild. Rellen, bedreigingen en plunderingen zijn verre van dat wat Pim Fortuyn bij leven nastreefde. Hij immers stond en staat symbool voor een Leefbaar Nederland en het is hoogst onfatsoenlijk om een dergelijke nagedachtenis te bezoedelen.

Joop van der Hor