nummer 184
Bram is boos


Bram is boos, getergd, ja zelfs ziedend! En daar heeft de ex burgemeester van Rotterdam het volste recht toe. Hij is immers in zijn eer en goede naam aangetast en voor volk en vaderland aan de schandpaal genageld vanwege vermeend verkeerd declaratiegedrag of in gewoon Hollands gezegd; wegens oplichting. Het kostte hem niet alleen zijn goede naam maar ook zijn baan. En daar ging de inmiddels tot minister opgeklommen oud burgemeester van wereldhavenstad nummer 1 via de zijdeur af om vervolgens bijna twee jaar later door de voordeur weer naar buiten te komen. Ik zie nog hoe zijn pinnige oogjes van over zijn anders dan Hans Anders brilmontuur fel en fier de lens van de camera inkeken. Ik hoor hem nog zeggen tegen allen die er vanuit gingen dat waar rook is ook vuur moet zijn dat hij niets verkeerds had gedaan, dat hij alle bonnetjes netjes in een schoenendoos had bewaard, zelfs het bonnetje van de schoenen die eerst in die doos hadden gezeten voordat het een bonnendoos was geworden. In één van mijn columns heb ik het nog voor de arme man opgenomen. En ik geef toe, ik heb nu eenmaal een zwak voor de toch behoorlijk arrogant ogende Peper die in het grijze verleden mijn hoofd op z'n plaats heeft gehouden waar anderen hem gewoon hadden afgesneden. Bram Peper beschikt over een bijna onfeilbaar geheugen. En als hij zegt dat hij iets niet heeft gedaan dan heeft hij dat ook niet gedaan. Gewoonweg omdat hij nooit iets vergeet. Ja, natuurlijk kan ook een Brammetjeskat in het nauw rare sprongen maken. Maar Bram komt niet uit een ei. Hij weet als geen ander dat vooral de kleine leugentjes om bestwil je uiteindelijk bijzonder zwaar komen te staan. Alleen daarom zal hij nooit een beetje liegen of een boel vergeetachtig zijn. Professor Peper beseft echt wel dat kleine leugens geen nut hebben en je uiteindelijk alleen maar op achterstand zetten. Of ik daarmee zeg dat hij nog nooit heeft gelogen is ook niet waar. Maar als hij dat ooit al heeft gedaan dan moet dat een hele grote leugen zijn die het waard is om gelogen te worden. Ik kom nog even terug op het onfeilbare geheugen van de oud minister van Binnenlandse Zaken. 20 jaar geleden vertelde ik hem in zijn eerste burgemeestersjaar de geboortedag van mijn nu oudste zoon. Zelf had de toen in een soort van John Lennon outfit compleet met bijbehorende Beatlekapsel en Dorussnor een zoontje van enkele maanden oud. De namen van onze zoons kwamen nagenoeg overeen. Trots vertelden wij elkaar over de slapeloze nachten en het verschonen van de luiers. Het van de babybilletjes schrapen van aangekoekte babypoep schept nu eenmaal een sterke vaderlijke band. Ik zag of sprak Bram daarna niet meer maar zeven maanden later werd er een klein pakketje bezorgd met daarin een beertje als cadeautje voor de eerste verjaardag van mijn zoon. Ik heb in de loop der jaren met enige regelmaat 'iets' met Peper van doen gehad, altijd zakelijk en heus niet altijd even prettig. Drie jaar geleden sprak ik hem voor het laatst. Ik liep samen met mijn vrouw over de Mullerpier toen wij Bram en zijn vrouw Nelie letterlijk tegen het lijf liepen. Hij keek me even van over zijn geen Rinckmontuur in de Langstraat gekochte bril aan, dacht een fractie van een seconde na en zei toen: 'Nelie, dit is Joop van der Hor, hij werkt bij de …… zijn zin hoefde hij niet eens af te maken want kennelijk had hij in de huwelijkse voorwaarden ook een onfeilbaar geheugen voor zijn partner oplaten nemen. Mevrouw Peper vulde haar man aan. En ik ben heus niet z'n bekend persoon buiten de muren van de Efteling en andere Sprookjesbossen. Dat onfeilbare geheugen van Bram gaf mij het vertrouwen in hem toen hij in opspraak raakte. Nooit zou Peper 'vergeten' waar hij zijn bonnetjes had gelaten en nooit zou hij 'vergeten' of hij iets wel of juist niet had gedaan. En reken maar dat dit onfeilbare geheugen nimmer zal vergeten wie hem dit hebben aangedaan. Ik weet inmiddels uit eigen ervaring wat het is om ergens beschuldigd van te worden wat je niet gedaan hebt. Zodoende weet ik wat Bram moet hebben gevoeld al die tijd. Wat dat betreft hebben wij nog één ding gemeen; je kan ons wel knakken maar nooit breken.

Joop van der Hor