nummer 246
Wat een Week!


Het was me het weekje wel, ongelooflijk! Getuige zijn bij een bijzonder huwelijk, schaamrood op de kaken krijgen tijdens het optreden van een sprekende cavia en een kwispelende poedel en ook nog eens met de New Yorksteppers voor 1/30e genomineerd te worden voor de titel van 'Hoogvlieter van het jaar'. Ik heb het gevoel in 7 dagen meer mee te maken dan anderen in een heel jaar. Nou geef ik toe niet een doorsnee Nederlander te zijn. Niet dat ik me verheven voel boven het gewone volk, maar ik bemoei me nu eenmaal met alles en iedereen. Heb overal een mening over en steek deze zelden onder stoelen of banken. De drang om mijn bijzonder interessante en altijd interessant bijzondere mening te laten horen, vertaalt zich zelfs in de vorm van een wekelijkse column. En daaruit mag je opmaken dat mijn mening inderdaad interessant genoeg is te verkondigen want anders zou deze krant die kostbare ruimte wel gebruiken voor geld opbrengende advertenties. Nu mijn eigen ego weer gestreeld is kan ik het met een gerust hart hebben over een andere, nog groter ego. Namelijk die van onze Jan Peter en zijn grote Hoop. Nee, ik heb het niet over de stoelgang van onze premier maar over de met hem naar de Verenigde Staten meegereisde minister van Buitenlandse Zaken de Hoop Scheffer. Wat een meer dan schaamteloze vertoning was dat afgelopen week in het Witte Huis. Met de uitstraling (en het kapsel) van een cavia betrad JP de werkkamer van 's werelds machtigste leider. 'Hello Friend' verwelkomde Bush de onderdanig trippelende cavia en de hem nederig volgende kwispelende poedel. Niet dat hij en Balkenende echt vrienden zijn van elkaar, maar Bush kan nu eenmaal maar niet de naam van onze premier onthouden en al helemaal niet uitspreken. Dat is overigens één van de weinige dingen die ik met Bush deel, ik krijg de naam van JP nu eenmaal ook moeilijk mijn strot uit. In de krant las ik dat uit een opinieonderzoek is gebleken dat de helft van de Nederlanders zich heeft geschaamd voor het sullige optreden van de premier en zijn Hoop. Een andere gebeurtenis deze week vervulde mij echter juist van trots en deed mijn schaamte voor het bovenstaande en mijn woede over de plannen van het Kabinet om de sociale zekerheid in ons land volledig naar de gallemiezen te helpen volledig vergeten. Ik mocht namelijk vrijdagavond optreden als getuige van een wel heel bijzonder huwelijk. Nu is elk huwelijk bijzonder maar als de bruidegom weet dat hij nog maar enkele dagen tot hooguit weken te leven heeft en je getuige mag zijn van de huwelijksvoltrekking verricht door een geweldige ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Maasluis, dan gaat er heel wat door je heen. 's Morgens wisten de twee geliefden nog niet dat ze 's avonds in de echt zouden worden verbonden. Maar dankzij de onbaatzuchtige hulp van Caroline Lobik van de deelgemeente Hoogvliet, de huisarts, een officier van justitie, de secretaresse, loco-burgemeester en enkele zeer betrokken ambtenaren van de gemeente Schiedam en de lieve zus van de bruid, werd de laatste en de liefste wens van twee mensen werkelijkheid. Wat leven we toch in een raar mooi land. Om een dakkapel op je woning te plaatsen moet je je door een traag werkende bureaucratische molen heen worstelen en soms maandenlang wachten op een vergunning. Maar trouwen kan in een voornoemd geval binnen een tijdbestek van amper tien uur. En dan ben ik weer verschrikkelijk trots een Rijnmonder te zijn. Bijna iedereen werkte mee en wie niet meewerkte zal daar later zeker spijt van hebben. Het voor tenminste één dag fortuinlijke paar kon, dankzij de medewerking van edelsmit en juwelier Peter de Knecht uit Lombardijen, zelfs nog beschikken over heuse trouwringen. En ook al is het vandaag 11 september, de wereld is zo slecht nog niet.

Joop van der Hor