nummer 250
Mijlpaal, heipaal


Liefhebbers van deze column hebben de afgelopen weken gezien dat de 250e langzaam maar zeker in zicht kwam. Tegenstanders van de door hen als nutteloze paginavulling getypeerde beletterde strook papier hebben dit wellicht met lede ogen aangezien. Zelf ben ik wel trots op het behalen van deze mijlpaal. Ik heb inmiddels een grote schare trouwe fans en lezers opgebouwd en word vaak herkent op straat. Zelfs de directeur van de scholengemeenschap Angelus Merula te Spijkenisse leest mijn stukjes en citeerde er vorige week uit tijdens een voorlichtingsavond voor ouders van de leerlingen. Maar het allermooiste is toch wel dat een steeds groter groeiende groep mensen in Washington en New York via internet (www.hoogvliet.org) wekelijks de emoties en gevoelens ervaart alsmede belevenissen en ergernissen meebeleefd van een met alle verworpenen der aarde begane anti racistische vredelievende seksueel verknipte zich met alles en nog wat bemoeiende praatzieke streng edoch rechtvaardige té vrouwvriendelijke Spijkenisserbrug en rotonden hatende trots op zijn kinderen zijnde steppende stukjesschrijver. Het 'bekende Nederlanderschap' zorgt overigens af en toe ook wel voor de nodige verwarring. "Ik ken u ergens van" wordt mij vaak ongevraagd toevertrouwd. Bescheiden als ik ben laat ik het vinden van het juiste antwoord graag aan de vragensteller over, zeker na de ervaring van vorig jaar toen ik door een licht bejaarde Hoogvlieter voor de deur van het politiebureau aldaar werd aangesproken. 'Waar ken ik u toch van?' vroeg de geprepensioneerde mij. Ik werkte de hele riedel af; van de foto bij de column in de krant, van radio en televisie, van de talloze presentaties van Wereldhavendagen tot aan de tientallen Zeskampen en andere sportevenementen toe. De man schudde telkens het hoofd. 'Van de verkiezing van de Hoogvlieter van het jaar? De nominatie van de Rotterdammer van het jaar? Of misschien van de vele foto's en artikelen in de regionale dag en weekbladen? De grijsaard keek me doordringend aan en schudde bij elke suggestie zijn met diepe rimpels doorgroefde hoofd. Plots zag ik zijn doffe ogen fel oplichten. 'Ik weet het weer!' riep hij me triomfantelijk toe. 'Jij bent dat vervelende ventje uit de Kalmoesstraat. Dat kleine irritante puistenkoppie die zo slecht kon voetballen dat altijd de bal bij ons in de tuin terecht kwam. Ja ik weet het weer, jij bent dat kereltje met die kromme beentjes die het slechtste van alle Horretjes kon voetballen' Weg roem. Weg trots en weg gevoel van eigenwaarde. De oude man liep verder, mij met beide benen op aarde achterlatend. Maar goed mijn mijlpaal heb ik bereikt, 250 columns en wat mij betreft zit ik pas op de helft. Maar sinds kort is er ook een andere paal in mijn leven. Nee, ik doe hier niet aan een coming-out. Heb het dus niet over een eventuele verandering van mijn seksuele voorkeur. De nieuwe paal in mijn leven is de heipaal. Elke morgen word ik om exact 5 over 7 wakker geschud en lig ik als een gezichtsmassagestaaf van de Wehkamp in mijn bed te trillen. In mijn achtertuintje moet een 12 verdiepingen tellend flatgebouw komen. Wekenlang al worden de bewoners van de wijken De Hoek en Sterrenkwartier in Spijkenisse gemarteld door het trommelvliezenscheurende gebonk van de heimachine die met felle korte stoten de ene na de andere betonnen paal de drassige poldergrond in knalt. Mijn buurman doet na zijn vermoeiende nachtdienst geen oog meer dicht want het gebonk gaat hele dagen door. Aan de donkere randen om de ogen van de wijkbewoners kun je zien wie er nachtdiensten draaien. Ze lopen inmiddels als zombies uit Michel Jacksons videoclip 'Triller' spokend door de buurt. Nieuwbouw in een bestaande wijk toepassen is zoiets als het organiseren van een wekenlange houseparty op het dorpsplein van Zuidland. Bijna op het misdadige af! Omwonenden hebben protest aangetekend, petities aangeboden, rechtszaken aangespannen, maar allemaal zonder succes. De horizonvervuiling in de vorm van hoge flatgebouwen vol dure appartementen gaat onverdroten door. In amper vier weken tijd is de 250e heipaal de grond ingeslagen, iets waarover ik met mijn columns vijf jaar over heb gedaan om zo'n mijlpaal te behalen. Om deze jubileumcolumn toch nog ietwat feestelijk af te sluiten wil ik alle trouwe lezers bedanken inclusief mijn moeder en haar buurtjes die trouw de redactie bellen als ze de krant niet bezorgd hebben gekregen want ze lezen zo graag mijn stukjes. Ook een woord van dank aan hoofdredacteur Jan Sieben en de collega's van deze krant die mij de gelegenheid geven om middels 'Eigen Wijs' mijn visie op de wereldse problematiek op een kritische, humoristische, prikkelende maar bovenal recht uit het hart komende wijze te kunnen ventileren.

Joop van der Hor