nummer 269
Mijn fans


Als in de zak van mijn colbertje damesondergoed gevonden wordt of lippenstift rond mijn navel dan is dat de schuld van Evelyn. Evelyn is een pracht wijf. Ik ken haar al jaren en mijn vrouw is op de hoogte van onze relatie. Ik heb Evelyn vaak geschreven en volgens haar zijn mijn epistels van een ongekende schoonheid, puur, zuiver en oprecht. De verhouding die ik met Evelyn heb is overigens puur platonisch maar heeft toch ook wat erotisch, want Evelyn heeft mijn penseel beroerd. Ze is op mijn moeder en diens achterbuurvrouw na mijn grootste fan want Evelyn is de inmiddels van haar VUT genietende voormalige eindredactrice van deze krant. Door haar schrijf ik hier nu mijn 269e column en ik weet dat Evelyn als eerste wanneer de krant door haar Oudenhoornse brievenbus glijd, mijn column opzoekt en onder het genot van een kopje koffie met Café Noir deze leest. Ik weet inmiddels dat er een groeiend aantal lezers zijn die op donderdag namiddag hetzelfde doen als Evelyn. Zelf zoek ik als eerste de advertentie op van die correcte mediagigant op om te kijken of er iets in de aanbieding is. Als ik daarna mijn column bekijk vallen mij twee dingen op; die rare foto van dat eigenwijze kereltje en de naam eronder. 'Dat is mijn naam!' denk ik dan nu al weer 269 keer en elke keer vind ik dat een nog steeds vreemd en ongewoon gezicht. Je eigen naam in de krant zien is iets dat voor slechts weinigen in de wereld is weggelegd. Ja in je overlijdensadvertentie. Daar staat dan je naam inclusief je volledige voor- of doopnamen. In mijn geval zou daar dan staan 'Johannes Marinus van der Hor' met als het aan mij ligt daaronder de tekst 'hij ligt nu voor eeuwig op één oor'. Je naam staat dan eindelijk eens voluit in de krant maar je kan die dan zelf nog niet lezen. Tenminste niet vanuit je eigen luie stoel onder het genot van een kopje appelbloesem thee. Afgelopen vrijdag kwam ik op het verjaardagsfeestje van Ome Jan Schildkamp een aardige mevrouw tegen die me vertelde dat ze elke week mijn column uit de krant knipt en in een plakboek doet. Ze vroeg me wanneer ze in boekvorm uitkomen. 'Wat moet u met een boek als u ze allemaal al heeft?' 'Omdat je hoofd op die foto zo geel wordt op dat krantenpapier'. Ze vertrouwde me bovendien toe dat ze het een hele gekke foto vond. 'U heeft zo'n breedbeeldhoofd meneer Hor, er klopt gewoon iets niet met die foto.' Die opmerking heb ik de laatste tijd wel vaker gehoord en dus is er een nieuwe in de maak. Ik kijk daarop uitgerust de wereld in. Met dank aan mijn zoon Joeri die me met hulp van Eurofoto een digitale facelift heeft gegeven. De wallen onder mijn ogen zijn verdwenen iets wat bij Vanessa toch een paar honderd euro's kost. Oud deelraadbestuurder Wim Burger uit Hoogvliet vertrouwde mij diezelfde middag toe dat hij mijn columns gebruikt tijdens zijn lessen op school en dat er ook enkele exemplaren op zijn toilet hangen. Ik heb hem maar niet gevraagd waarvoor maar kan alleen maar hopen dat het niet is om beter af te kunnen gaan of als het toiletpapier ineens op is. Ik moet er toch niet aan denken dat mijn foto recht in dat ene harige bruine oog van Burger kijkt. Ik kan me een prettiger einde voorstellen. Soms krijg ik kaarten zoals van mijn oude buurvrouw mevrouw Lankhuizen of een 'ga zo doorkaart' van mijn moeders achterbuurvrouw. Die vindt de foto kennelijk wél aardig wat ze noemt me een 'lekker ventje'. Ik ruil tegenwoordig wekelijks mijn column voor die van collega en columnist Brigadier Hans Vos die 's morgens met 'Daar word ik nou effe niet goed van' op Radio Rijnmond te horen is. En een groeiende schare fans wil mijn column graag per mail ontvangen. Het is vreemd om ineens fans te hebben. Ik kan niet zingen en ben ook geen bekende Nederlander en toch heb ik fans. Dat van de damesslipjes en lippenstift heb ik (voorlopig) gefantaseerd maar dat van fanmail, plakboeken en tientallen opmerkingen en complimenten niet. Ik word er emotioneel en zoek naar een zakdoek om een traan weg te pinken. En wat haal ik uit mijn broekzak? Welke fan van 80 is haar directoire kwijt?

Joop van der Hor