nummer 317
Openluchtklucht
(Botlek-2)

Donderdagavond. Vanaf het terras in mijn tuin blik ik omhoog en zie een prachtige sterrenhemel. Een kapoentje kriebelt op mijn arm. Ik blaas zachtjes tegen het zwart gespikkelde rode insect en roep bij het wegvliegen “morgen mooi weer”. Ik kijk nog even naar TV Rijnmond en ook Ed Aldus stelt me gerust. Morgen zal het inderdaad mooi weer zijn. Ik besluit mijn zwembroek uit de kast te halen en alvast in een grote handdoek te rollen. Morgen ga ik lekker zwemmen in het openluchtzwembad Albrandswaard. De andere ochtend word ik wakker getikt door de regendruppels die uiteen spatten op het schuine raam in mijn slaapkamer. Gedverdegedver, regen! Geen zwemweer dus want ik heb geen zin om naar het chloorbad aan de Van Swietenlaan bij winkelcentrum Zuidplein te rijden. Behalve een flinke entreeprijs komen daar ook nog eens de kosten van betaald parkeren bij en om nou baantjes te zwemmen in water dat bij het opspatten riekt naar de oudbakken ochtendurine van Oma Tingeling, daar heb ik niet zo veel trek in. Ik bel nog even naar het prachtig geherververbouwde brandschone zwembad Hoogvliet maar dat is op vrijdag gesloten. Nou begrijp ik best dat ook badjuffrouwen boodschappen moeten doen en dat badmeneren wat in huis moeten klussen. Maar om daar nou een heel zwembad voor op slot te doen lijkt me toch een beetje ver gaan. Ik besluit het ligbad vol te laten lopen en gooi er een flinke scheut zoinmijnsasmetbadedas in. Als ik na even later kom kijken of het bad al is volgelopen komt het schuim me vanaf de trap al tegemoet. Nooit geweten dat een paar deciliter zoveel zeepsopbelletjes kon produceren. Nadat ik een half uur bezig ben geweest met het opruimen van de bubbeldebubbels stapte ik eindelijk het bad in. Jammer maar het water was inmiddels aardig afgekoeld. Ik daar in tegen niet en zo zat ik schuimbekkend van woede met een drie centimeter dikke laag kippenvel in het bad. En ja hoor, toen ging de telefoon! Bij een poging om vanuit het ligbad het op een meter verderop liggende mobieltje te pakken, gleed ik uit en veroorzaakte met mijn dikke kont een tsunami die gelukkig alleen maar schade aanrichtte aan mijn eigen ego. Nadat ik mezelf en de gehele bovenverdieping had afgedroogd, kleedde ik mij aan en zag dat inmiddels de zon stralend scheen. Ik besloot daarop om de stoute zwemvliezen aan te trekken en alsnog naar het buitenbad van Albrandswaard te gaan. Daar aangekomen verwachte ik hele hordes gillende kinderen aan te treffen die heerlijk in het zwemwater spartelden. Tot mijn verbazing was het fietsenrek helemaal leeg. Het zwembad was gesloten! Hoe dat mogelijk is? De verliezen op de exploitatie zijn te groot en knappe koppen met water in hun hoofd hebben het idee opgevat om op dagen waarop het weer wat minder is, het zwembad maar dicht te doen. Boze tongen beweren zelfs dat overwogen wordt het zwembad maar helemaal op te doeken. Nou begrijp ik best dat je als gemeente en Natuur & Recreatieschap geen geld in een bodemloze put kunt blijven gooien. Maar Albrandswaard is één van de mooiste en zowat laatste buitenbaden van de hele regio. Waar moeten moeders met hun kinderen naar toe op een mooie zomerse dag en waar moet ik heen als ’s middags plots de zon gaat schijnen? Ik stel voor om dan met z’n allen het zwembad in de tuin van zo’n rijke stinkerd te kraken. Vinden die kinderkakkertjes ook leuk hoor als ze eens een keertje met gewone kinderen mogen spelen. Sluiting cq aangepaste openingstijden van zwembad Albrandswaard bij slecht weer is ronduit een openluchtklucht want alleen van de verhoogde WOZ-waarde van al die kapitale villa’s in Rhoon zou het zwembad al overkapt kunnen worden.

Joop van der Hor