nummer 329
Vriendjes worden?

Vroeger, toen je nog aan de zijkant van een pakje margarine een spaarzegeltje aantrof voor een gratis theedoek (wat een achterlijke benaming voor een stuk afdroogtextiel) en kwattasoldaatjes kon sparen voor een dito reep chocolade, vroeg je aan een nieuw jongentje in de straat of hij je vriendje wilde worden. Ik weet niet hoe de opgeschoten peuters van nu zoiets aanpakken. Misschien vragen ze nog steeds of het joch ‘vriendjes’ wilt worden of wellicht gebeurt dit nu onder bedreiging van een mes op de keel. Vroeger was alles anders en dat is maar goed ook want vroeger was het helemaal niet zo gezellig als u misschien denkt. Vroeger kreeg ik van mijn moeder met de mattenklopper als ik te laat thuis kwam. Vroeger werd ik naar bed gestuurd om zes uur als ik niet op tijd mijn bordje met geprakte andijvie op had en vroeger ook verzamelde de jeugd scheepsplaatjes van Kapitein Grant halfzware shag en vogelplaatjes van Rizzla sigarettenvloeipapier. Vroeger ook reed je voor lul op een Berini zoals ik die geen geld had voor een echte Puch bromfiets en kreeg je een hollepieper van politieagent Ed Rodenbach als je tussen de enige twee geparkeerde auto’s in de Saffraanstraat aan het voetballen was. Ik had vroeger heel veel vriendjes waarmee ik de spannendste en ook vreemdste dingen deed. Ik woonde in de jaren ’60 van de vorige eeuw op de Westpunt en ging op woensdagmiddag met Govert Brussee, Sjefke Poldervaart, Adri Kik en Henkie Miedema naar de Botlekbrug. We liepen dan over de stalen bint onder de brug van Hoogvliet naar de andere kant. Eén keertje hadden we pech. Halverwege onze niet van gevaar ontspeende tocht over de 30 centimeter brede stalen richel ging de brug omhoog en poepten we op zeker 60 meter boven het water in onze broek van angst. Eenmaal veilig aan de andere kant bouwden we een hut en werd ik op een mooie zomerdag ingewijd in de wereld van enkelhandig plezier. Als jochie van 11 schrik je je te pletter als er ineens een druppel transparantkleurig vocht uitkomt. Mijn ouders hadden me nooit seksuele voorlichting gegeven. Toen ik ze ooit, heel veel jaren later, vroeg waarom ze me niet hadden voorgelicht zei mijn moeder heel verbaasd: “je hebt er nooit om gevraagd”. Tegenwoordig gaat dat gelukkig anders. Nou ik mag het althans hopen want het fenomeen tienermoeder in Hoogvliet bestaat nog steeds. Die meisjes hebben er ook nooit om gevraagd maar lopen nu wel met hun 16e jaar achter de kinderwagen. En dat alleen omdat ze ‘vriendjes’ zijn geworden met een jonge vader die, als het aan de Rotterdamse politiek ligt, voor 100% moet opdraaien voor hun ‘daad’. Geef ze liever goede voorlichting op school of in het clubhuis in plaats van het financieel moreel vingertje ophoog te steken. Ik kijk graag over mijn schouders terug in de tijd en zie met plezier aan de binnenkant van mijn ogen de film van mijn inmiddels verdwenen jeugd. Maar ik zou voor geen goud weer 18 jaar oud willen zijn. Een meisje van 15 zoenen staat gelijk aan aanranding, met je bromfiets wat te hard rijden is ASO, tegen een boom plassen is zowat een misdrijf en uit gaan kost een vermogen. De tijd dat je voor een piek een pilsje kon drinken in de jeugdsoos is voltooid verleden tijd en belletje trekken met je vrienden staat gelijk aan deelname aan een verboden activiteit door een criminele georganiseerde organisatie. Vroeger schreef je met een krijtje op een blinde muur van de openbare school de Canteclaer aan de Max Havelaarweg dat je gek was op Irma. Nu heet dat stalken en wordt je opgepakt door het graffityteam van de politie. Weet u met wie ik absoluut geen vriendje zou willen zijn? Met Jan Peter. Vroeger zaten we allebei op een School met den Bijbel. Had ik hem toen maar niet zo gepest met zijn rare brilletje en zijn achterlijke kapsel. Was er misschien nog wat van me terecht gekomen.

Joop van der Hor