nummer 331
Blijf-uit-mijn-buurt-agent

Afgelopen week zat ik, tergend langzaam rijdend over de met blik gevulde Aveling, in mijn auto te luisteren naar Ivo de Weerman. Met sonore stem kondigde de in zijn vrije tijd ook wel als burgemeester van Rotterdam werkzame Ivo Opstelten aan dat we in een echte hittegolf waren aanbeland. Hij vertelde ook nog even uit welke hoek de wind zou gaan komen en hoeveel graden het gisteren is geweest. Morgen is natuurlijk koffiedik kijken en daar doet Opstelten niet aan. Ivo maakt graag praatjes, vooral met luisteraars van het Radio Rijnmond programma ‘Met Wie?’. Ik moet toegeven dat hij het geweldig doet. Hij laat mensen dingen zeggen die ze vlak voor het opbellen helemaal niet van plan waren te zeggen. “Dus u bent het met mij eens meneer Polder dat het toch een stuk veiliger is geworden in Hoogvliet de laatste tijd. Ja, ja we zijn er nog lang niet maar we zijn op de goede weg, zo is het toch meneer Polder?” Meneer Polder had helemaal niet willen zeggen dat het veiliger in Hoogvliet is geworden. Meneer Polder belde naar radiopresentator Ivo om te vertellen dat het een rotzooitje is op de Meeuwenplaat, waar groepen jongeren tussen de flats luide muziek spelen, met bromfietsen de boel onveilig maken en tot ’s avonds laat de kinderen uit hun slaap houden. Maar daar komt meneer Polder niet toe. Als hij in plaats daarvan een korte stilte laat vallen, geeft de plaatjesdraaiende praatjesmaker een pracht van een voorzet en kopt deze vervolgens zelf op sublieme wijze in; ‘hartelijk dank voor uw bijdrage meneer Polder, fijn dat u het zo met mij eens bent.” De regie schakelt al weer over naar de volgende beller. “Met wie?” Ahh mevrouw Van der Velden. Leuk u weer eens aan de telefoon te krijgen. Alles goed met u? Fijn te horen…….”  Ik heb het al eens eerder laten weten een fan te zijn van deze vleesgeworden Ollie B. Bommel. Het is een heer van stand maar ook mét verstand. Want niet alleen op de radio is hij zijn opponenten vaak te slim af, ook in de raadszaal staat hij zijn mannetje en je moet van goede huize komen wil je Ivo met de mond vol tanden in het stadhuis achterlaten. Hij is ook korpsbeheerder en dat betekent dat hij de baas is van de politie. Dat er nu in Hoogvliet minder buurtagenten lopen dan destijds is afgesproken, is voor hem geen reden om hard in te grijpen. “Het gaat goed met de veiligheid in Hoogvliet en Hoogvliet heeft ook een goed deelgemeentebestuur en die houden de vinger wel aan de pols waar het de inzet van de politie betreft, denkt u ook niet meneer Polder? Meneer Polder? Hallo, bent u daar nog?” Wat hebben al die mensen eigenlijk met de politie en met de buurtagent? Iedereen wil tegenwoordig politie door zijn straat en desnoods ook nog in de achtertuin zien surveilleren. Vroeger was dat anders. Dan was er namelijk iets aan de hand in je buurt als de wijkagent op bezoek kwam. Vroeger vond je het helemaal niet erg als je juist geen politie zag. Nu wordt het aantal politieagenten direct gekoppeld aan de veiligheid in de eigen buurt. Maar als die buurtagent in de wijk alle foutgeparkeerde auto’s van een bekeuring voorziet dan kunnen ze hem ineens missen als kiespijn. “Heb je niks beters te doen? Ga boeven vangen joh! In dat geval isde politie weer een blijf-uit-mijn-buurt-agent. Een telefoniste van het 0900-8844 callcenter neemt de telefoon op; “met wie? Dag meneer Polder wie wilt u te spreken? U heeft last van luide muziek en over het trottoir rijdende bromfietsers? Waar woont u? Hoogvliet-Meeuwenplaat? Ik zal kijken of er een agent in de buurt is, een ogenblikje…..”

Joop van der Hor