Week 37

 

Metroritje

Op weg naar mijn werk zat ik in de metro de krant van de concurrent te lezen toen ik bij station Poortugaal een breedgeschouderde man tegenover mij zag opstaan. Vanaf twee meter afstand wierp hij zijn imposante schaduw over mij heen. Alle spieren in mijn lijf voelde ik samenspannen. “U bent toch die man die elke week stukkies in de krant schrijft? “ Ik kon moeilijk ontkennen want mijn foto staat er immers bij. Ik knikte gedwee van ja en voelde in gedachten al de kracht en pijn van een flinke vuistslag op mijn tot dan nog best leuke gezichtje. Het leven van een columnist is als van een mug; stekend ben je succesvol, maar even later wordt je geplet. De hand van de man kwam plots naar voren. Ik knipperde met mijn ogen maar voelde geen pijn. “Ik lees ze elke week meneer, ze zijn heel leuk en confronterend. Ik wil u daarvoor bedanken”. Ik schudde zijn uitgestoken hand en bleef verbaasd een halte te lang zitten. Weer een column overleefd!

Joop van der Hor